Beschrijving
Voorzorgsmaatregel
Gebruik van analoge
gereedschapsingangen,
niet-differentieel
Gebruik van analoge
gereedschapsingangen,
differentieel
UR20
De analoge gereedschapsingangen zijn niet-differentieel en kunnen worden ingesteld
op spanning (0-10 V) en stroom (4-20 mA) op het I/O-tabblad (zie deel
Softwarehandleiding op pagina
weergegeven.
Parameter
Ingangsspanning in spanningsmodus
Ingangsweerstand bij bereik 0V - 10V
Resolutie
Ingangsspanning in stroommodus
Ingangsstroom in stroommodus
Ingangsweerstand bij bereik 4mA - 20mA
Resolutie
Twee voorbeelden hoe analoge ingangen te gebruiken worden in de volgende
paragrafen getoond.
LET OP
Analoge ingangen zijn niet beschermd tegen overspanning in de
stroommodus. Overschrijden van de limiet in de elektrische
specificatie kan permanente schade aan de ingang veroorzaken.
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een niet-differentiële
uitgang. De sensoruitgang kan stroom of spanning zijn, zolang de
ingangsmodus van die analoge ingang op hetzelfde is ingesteld op het tabblad
I/O.
Opmerking: u kunt controleren of een sensor met spanningsuitgang de interne
weerstand van het gereedschap kan aansturen, of de meting kan ongeldig
zijn.
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een differentiële
uitgang. Aansluiten van het negatieve uitgangsdeel op GND (0V) werkt op
dezelfde manier als een niet-differentiële sensor.
145). De elektrische specificaties worden hieronder
Min.
-0,5
-
-
-0,5
-2,5
-
-
POWER
AI2
AI8
GND
POWER
AI8
AI2
GND
90
7. Elektrische interface
Deel II
Type
Max.
Eenheid
-
26
V
10,7
-
k Ω
12
-
bit
-
5,0
V
-
25
mA
182
188
Ω
12
-
bit
Gebruikershandleiding