Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Universal Robots UR10 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor UR10:

Advertenties

Gebruikershandleiding
Robot:
UR10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Universal Robots UR10

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding Robot: UR10...
  • Pagina 2 UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave 1 Aan de slag 1.1 Inleiding ........1.1.1 De robot .
  • Pagina 4 5.8 Plaats en datum van de verklaring ....40 5.9 Identiteit en handtekening van de bevoegde persoon ..41 A Certificeringen UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 5: Aan De Slag

    Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Inleiding Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Universal Robot, UR10. De robot is een machine die kan worden geprogrammeerd voor het be- wegen van een gereedschap en voor communicatie met andere machines via elektrische signalen. Met onze gepatenteerde programmeerinterface, Poly- Scope, kan de robot eenvoudig worden geprogrammeerd voor het bewegen van het gereedschap langs een gewenst traject.
  • Pagina 6: De Robot

    1) Door eenvoudigweg de robot ernaartoe te trekken terwijl u de ’Teach’-knop op het scherm indrukt (zie de PolyScope-handleiding). 2) Door het aanraakscherm te gebruiken om het gereedschap lineair aan te drijven of om ieder gewricht afzonderlijk aan te drijven. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 7: Veiligheidsbeoordeling

    Kleine gewrichten moeten tussen de 22,5 en 45 bewegen, grote gewrichten de helft daarvan. De rotatierichting is niet van belang. Het UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 8: Uitschakelen Van De Robot

    1.3 Snelstart, stap voor stap Als u de robot snel wilt instellen, doet u het volgende: 1. Haal de robot en de regelkast uit de verpakking. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 9 Teach, op de achterkant van de programmeereenheid, ingedrukt te houden terwijl u aan de robotarm trekt. 24. Druk op OK. 25. Druk op Waypoint toevoegen voor. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 10: Montage-Instructies

    1.4.1 Het werkbereik van de robot Het werkbereik van de robot UR10 loopt tot 1.300 mm van het gewricht op de basis. Het werkbereik van de robot ziet u in afbeelding 1.2. Het is van belang om bij het kiezen van een montagelocatie voor de robot rekening te houden met het cilindrische volume recht boven en recht onder de basis van de robot.
  • Pagina 11 ”bol”(Ø260 cm) rondom de basis, met uitzondering van een cilindrisch volume recht boven en recht onder de basis. 0,05 ±0,5 Figuur 1.3: Gaten voor montage van de robot, schaal 1:2. Gebruik 4 M8- bouten. Alle afmetingen zijn in UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 12 1.4. Montage-instructies 40,2 Figuur 1.4: De gereedschapsuitgangsflens, ISO 9409-1-50-4-M6. Hier wordt het gereedschap op de punt van de robot bevestigd. Alle af- metingen zijn in UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 13: Montage Van De Regelkast

    Let op: het is technisch mogelijk om een netvoeding van 110 V te gebruiken. Als de robot echter op hoge snelheid beweegt of snel accelereert, zal de net- stroom zijn maximum overschrijden, waardoor kabels, stekker en de netzekering overbelast zullen raken. Ook draait de ventilator met een lager toerental. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 14 1.4. Montage-instructies UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 15: Elektrische Interface

    Hoofdstuk 2 Elektrische interface 2.1 Inleiding De robot is een machine die kan worden geprogrammeerd om gereedschap te verplaatsen binnen het werkbereik van de robot. Het is vaak de bedoeling om de robotbeweging met aanwezige machines of apparatuur op het gereed- schap te co ¨...
  • Pagina 16: De Veiligheidsinterface

    [EO4] Noodstop robot Ingang A (Positief) [EA] Noodstop robot Ingang B (Negatief) [EB] Externe Noodstop Ingang A (Positief) [EEA] Externe noodstop B (Negatief) [EEB] +24V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur [24 V] 0 V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur [GND] UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 17 ´ e ´ en deel van de productlijn tot gevaarlijke situaties kan leiden. Hieronder ziet u een voorbeeld met twee UR-robots die een noodstop ver- oorzaken bij elkaar. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 18 ´ e ´ en fout tegelijk optreedt. Uitvallen en abnormaal gedrag van relais en voedingen leidt tot een foutmel- ding in het robotlog. De robot kan dan niet opstarten. 1011 1011 1011 1011 1011 1011 Onder: Specificaties van de noodstopinterface. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 19: De Beveiligde Interface

    Indien de Beveiligde interface niet wordt gebruikt, kunt u de functie voor automatisch resetten in- schakelen, zoals beschreven in hoofdstuk 2.3.3. Een deurschakelaar aansluiten 24V 24V GND GND SA UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 20: Automatisch Doorgaan Na Beveiligde Stop

    Het wordt echter afgeraden om automatische reset te gebruiken als een resetknop-configuratie mogelijk is. Automatische reset is bedoeld voor spe- ciale installaties en installaties met andere machines. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 21: Regelaar I/O

    GND GND GND GND GND GND GND GND GND GND DI0 Binnenin de regelkast zit een paneel met schroefklemmen met diverse I/O- onderdelen, zoals hierboven weergegeven. Het rechterdeel van dit paneel is de I/O voor algemene doeleinden. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 22: Digitale Uitgangen

    I/O-naam aan te vinken (zie de PolyScope-handleiding). In deze modus is de uitgang altijd laag wanneer een programma niet draait. De digitale uitgangen hebben geen stroombegrenzing en het overschrijden van de aangegeven waarden kan blijvende schade veroorzaken. Het is echter UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 23: Digitale Ingangen

    PLC-systemen. De ingangen zijn compatibel met alle drie typen digitale ingangen uiteengezet in norm IEC 61131-2 en EN 61131-2. Dit betekent dat ze samenwerken met alle typen digitale uitgangen van deze normen. Technische specificaties van de digitale ingangen worden hieronder weer- gegeven. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 24: Analoge Uitgangen

    De analoge uitgangen kunnen worden ingesteld op zowel stroommodus als spanningsmodus met bereiken van respectievelijk 4-20 mA en 0-10 V. Om duidelijk te laten zien hoe eenvoudig het gebruik van analoge ingangen is, volgen hier enkele eenvoudige voorbeelden. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 25: Analoge Ingangen

    ¨ ele modus geldt alleen bij een common-mode-spanning van 0 V. Om duidelijk te maken hoe eenvoudig het gebruik van analoge uitgan- gen is, volgen enkele eenvoudige voorbeelden. Het gebruik van analoge ingangen, differenti¨ e le spanningsingang UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 26 Spanning = Stroom x Weerstand Let op: de tolerantie van de weerstand en de ohmse verandering door de tem- peratuur moeten worden toegevoegd aan de foutspecificaties van de analoge ingangen. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 27: I/O's Gereedschap

    24 V, waardoor de apparatuur beschadigd kan raken en zelfs brand kan ontstaan. Het interne regelsysteem zal een fout genereren in het robotlog als de stroom de limiet overschrijdt. De verschillende I/O’s bij het gereedschap worden be- schreven in de volgende drie paragrafen. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 28: Digitale Uitgangen

    De digitale ingangen zijn ge¨ ı mplementeerd met zwakke pull-downweerstanden. Dat betekent dat een zwevende ingang altijd als laag wordt gezien. De digitale ingangen bij het gereedschap zijn op dezelfde manier ge¨ ı mplementeerd als de digitale ingangen in de regelkast. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 29: Analoge Ingangen

    I/O-tab. Controleer of een sen- sor met spanningsuitgang de interne weerstand van het gereedschap kan aan- drijven, omdat anders de meting ongeldig kan zijn. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 30 Het gebruik van sensoren met differenti ¨ ele uitgangen is eveneens eenvou- dig. Sluit gewoon het negatieve uitgangsdeel aan op GND (0 V) met een aan- sluitstrip en de werking is dezelfde als bij een niet-differenti ¨ ele sensor. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 31: Veiligheid

    6. Plaats een CE-markering op de robotinstallatie. Bij iedere robotinstallatie is de integrator verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante richtlijnen. Universal Robots is verantwoordelijk voor de nale- ving van de relevante EU-richtlijnen ten aanzien van de robot zelf (zie hoofdstuk 5.1).
  • Pagina 32: Risicobeoordeling

    10. Fouten door verschillende noodstopknoppen voor verschillende machi- nes. Gebruik reguliere noodstopfunctie volgens de beschrijving in hoofd- stuk 2.3.1. De UR10 is echter een bijzonder veilige robot, en wel om de volgende rede- nen: 1. Het regelsysteem voldoet aan het ISO 13849-1 prestatieniveau d 2.
  • Pagina 33: Noodsituaties

    Om te helpen bij het overtuigen van klanten en plaatselijke autoriteiten is de robot UR10 gecertificeerd door het Deens Tech- nologisch Instituut, een aangemelde instantie in de zin van de machinerichtlijn in Denemarken.
  • Pagina 34 3.4. Noodsituaties Draai gewrichten nooit verder dan nodig is en let op de zwaartekracht en zware ladingen. UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 35: Garanties

    Indien er geen sprake is van een onder de garantie vallend gebrek, behoudt Universal Robots zich het recht voor om de klant kosten in rekening te brengen voor vervangen of reparatie. De boven- staande bepalingen behelzen geen verandering in de bewijslast ten nadele van de klant.
  • Pagina 36: Disclaimer

    4.2. Disclaimer 4.2 Disclaimer Universal Robots gaat door met het verbeteren van de betrouwbaarheid en prestaties van zijn producten en behoudt zich daarom het recht voor om het product aan te passen zonder kennisgeving vooraf. Universal Robots neemt grote zorgvuldigheid in acht om de inhoud van deze handleiding nauwkeurig en correct te krijgen, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of ontbrekende informatie.
  • Pagina 37: Inbouwverklaring

    Overeenkomstig machinerichtlijn 2006/42/EG wordt de robot beschouwd als een niet-voltooide machine. De onderstaande paragrafen zijn in overeenstem- ming met en voldoen aan bijlage II van deze richtlijn. 5.2 Fabrikant Naam Universal Robots A/S Adres Sivlandvænget 1 5260 Odense S Denemarken...
  • Pagina 38: Essenti ¨ Ele Vereisten

    5.5. Essenti ¨ ele vereisten Generieke benaming UR10 Functie Industri ¨ ele robot voor universele toepassingen Model UR10 Serienummer robotarm Serienummer van regelkast Handelsnaam UR10 5.5 Essenti¨ e le vereisten Voor de afzonderlijke robotinstallaties gelden verschillende veiligheidseisen en de integrator is daarom verantwoordelijk voor alle gevaren waarvoor het alge- mene ontwerp van de robot geen bescherming biedt.
  • Pagina 39 EN ISO/TR 14121-2:2007 EN ISO 1101:2005 EN ISO 286-1:2010 EN ISO 286-2:2010 EN 60664-1:2007 EN 60947-5-5:1998 EN 60947-5-5/A1:2005 EN 50205:2003 EN 60529:1991+A1:2000 EN 60320:2003 EN 60204:2006 (Gedeeltelijk) Let op: de laagspanningsrichtlijn staat hier niet vermeld. Machinerichtlijn UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 40: Contactgegevens Nationale Autoriteit

    Ook wijzen wij u erop dat de WEEE-richtlijn 2002/96/EG vermeld staat van- wege het symbool van de container met een kruis erdoor op de robot en de re- gelkast. Universal Robots registreert alle robotverkopen binnen Denemarken in het nationale WEEE-register voor Denemarken. Iedere distributeur buiten Dene- marken en binnen de EU moet zelf een registratie realiseren in het WEEE-register van het land van waaruit het bedrijf opereert.
  • Pagina 41: Identiteit En Handtekening Van De Bevoegde Persoon

    5.9. Identiteit en handtekening van de bevoegde persoon 5.9 Identiteit en handtekening van de bevoegde persoon Naam Lasse Kieffer Adres Sivlandvænget 1 5260 Odense S Denemarken Telefoonnummer +45 8993 8971 E-mailadres kieffer@universal-robots.com Handtekening UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 42 5.9. Identiteit en handtekening van de bevoegde persoon UR10 All Rights Reserved...
  • Pagina 43: A Certificeringen

    Bijlage A Certificeringen...
  • Pagina 44 UR10 All Rights Reserved...

Inhoudsopgave