22. Softwarematige
veiligheidsconfiguratie
Beschrijving
UR20
Deze paragraaf behandelt de toegang tot de veiligheidsinstellingen van de robot. Het
bestaat uit items die u helpen bij het instellen van de Veiligheidsconfiguratie van de
robot.
WAARSCHUWING
Voordat u de veiligheidsinstellingen van uw robot configureert, moet
uw integrator een risicobeoordeling uitvoeren om de veiligheid van
het personeel en de uitrusting rond de robot te garanderen. Een
risicobeoordeling is een evaluatie van alle werkprocedures tijdens de
levensduur van de robot, die wordt uitgevoerd om de juiste
veiligheidsconfiguratie-instellingen toe te passen. In
overeenstemming met de risicobeoordeling van de integrator moet u
het volgende instellen.
1. De integrator moet voorkomen dat onbevoegde personen de
veiligheidsconfiguratie wijzigen, bv. door installatie van
wachtwoordbescherming.
2. Gebruik en configuratie van de veiligheidsfuncties en -
interfaces voor een specifieke robottoepassing.
3. Instellingen voor veiligheidsconfiguratie voor instellen en
programmeren voordat de robotarm voor de eerste keer wordt
ingeschakeld.
4. Alle instellingen voor veiligheidsconfiguratie die op dit scherm
en subtabbladen beschikbaar zijn.
5. De integrator moet zorgen dat alle wijzigingen aan de
instellingen voor veiligheidsconfiguratie geschieden in
overeenstemming met de risicobeoordeling van de integrator
zelf. Zie Hardware-installatiehandleiding.
22. Softwarematige veiligheidsconfiguratie
172
Gebruikershandleiding