Veiligheidsvlakken
Modussen
Veiligheidsvlakken
configureren
Gebruikershandleiding
U kunt elk vlak met beperkende Modi configureren aan de hand van de
onderstaande pictogrammen.
Uitgeschakeld
Normaal
Gereduceerd
Normaal &
gereduceerd
Trigger
gereduceerde
modus
Weergeven
Verwijderen
Naam wijzigen
1. Tik in de PolyScope-kop op Installatie.
2. Tik in het zijmenu links op het scherm op Veiligheid en selecteer Vlakken.
3. Tik rechtsboven in het scherm in het veld Vlakken op Vlak toevoegen.
4. Stel rechts onderin het scherm, in het veld Eigenschappen de Naam,
Element kopiëren en Beperkingen in.
Het veiligheidsvliegtuig is in deze toestand
nooit actief.
Wanneer het veiligheidssysteem in de normale
modus staat, is een normaal vlak actief en
fungeert het als een strikte limiet voor de
positie.
Wanneer het veiligheidssysteem in de
gereduceerde modus staat, is er een
gereduceerd modusvlak actief en fungeert het
als een strikte limiet voor de positie.
Wanneer het veiligheidssysteem zich in de
normale of gereduceerde modus bevindt, is
een normaal en gereduceerd modusvlak actief
en fungeert het als een strikte limiet voor de
positie.
Het veiligheidsvlak zorgt ervoor dat het
veiligheidssysteem overschakelt naar de
gereduceerde modus als het
robotgereedschap of de elleboog zich
daarachter bevindt.
Door op dit pictogram te drukken, wordt het
veiligheidsvlak in het grafische deelvenster
verborgen of weergegeven.
Verwijdert het aangemaakte veiligheidsvlak. Er
is geen ongedaan maken/opnieuw doen actie.
Als een vliegtuig ten onrechte wordt verwijderd,
moet het opnieuw worden gemaakt.
Door op dit pictogram te drukken, kunt u de
naam van het vliegtuig wijzigen.
189
UR20