Beschrijving
I/O-signaaltype
Door de
gebruiker
ingestelde
namen toewijzen
I/O-acties en
regeling van het
I/O-tabblad
Gebruikershandleiding
Gebruik het scherm I/O-instellingen om I/O-signalen te definiëren en acties te
configureren op het tabblad I/O. Het type van I/O-signalen wordt vermeld onder
Ingang en Uitgang.
U kunt een veldbus gebruiken, bijvoorbeeld Profinet en Ethernet/IP, voor toegang tot
de algemene registers.
Als u de Communicatie-interface voor tools (TCI) inschakelt, is de analoge
gereedschapsingang niet meer beschikbaar.
Om het aantal signalen te beperken dat wordt vermeld onder Ingang en Uitgang,
gebruiken het vervolgkeuzemenu Weergave om de weergegeven inhoud te wijzigen op
basis van het signaaltype.
U kunt de ingangs- en uitgangssignalen een naam geven, om de gebruikte eenvoudig
te kunnen identificeren.
1. Selecteer het gewenste signaal.
2. Tik op het tekstveld om een naam voor het signaal in te voeren.
3. Tik op Wissen om de standaardnaam te herstellen.
U moet een door de gebruiker gedefinieerde naam opgegeven voor een algemeen
register om het beschikbaar te maken in het programma (bijvoorbeeld voor een
Wachten-commando of de conditionele expressie van een Als-commando).
De commando's Wachten en Als worden beschreveb in
en
24.8.4 Als op pagina
selector Ingang of Uitgang in het scherm Expressie-editor.
U kunt fysieke en digitale veldbus-I/O's gebruiken om acties te triggeren of te reageren
op de status van een programma.
279. Benoemde algemene registers zijn te vinden in de
325
24.7.4 Wachten op pagina 262
UR20