Beschikbare
uitgangsacties
Oorzaak voor
beëindiging van
programma
25.5. Installatie variabelen
Gebruikershandleiding
Actie
Laag wanneer niet
actief
Hoog wanneer niet
actief
Hoog bij
hardlopen, laag bij
stoppen
Laag bij
ongeplande stop
Laag bij
ongeplande stop,
anders Hoog
Continue puls
Een ongeplande programmabeëindiging kan voorkomen om de onderstaande redenen:
• Robotstop
• Storing
• Overtreding
• Runtime-uitzondering
Uitgangsstatus
Laag
Hoog
Laag
Hoog
Laag
Laag
Hoog
Wisselt af tussen hoog en
laag
327
Programmastatus
Gestopt of gepauzeerd
Gestopt of gepauzeerd
Actief,
Gestopt of gepauzeerd
Programma beëindigd
ongepland
Programma beëindigd
ongepland
Hardlopen, gestopt of
gepauzeerd
Actief (pauzeer of stop het
programma om de
pulsstatus te behouden)
UR20