Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Universal Robots UR20 Gebruikershandleiding pagina 56

Verberg thumbnails Zie ook voor UR20:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het niet naleven van het onderstaande kan leiden tot ernstig letsel of overlijden als
gevolg van elektrische gevaren.
• Zorg dat alle apparatuur die niet geschikt is voor blootstelling aan water droog
blijft. Indien er water in het product is gekomen, sluit dan de stroomvoorziening
af en neem contact op met uw lokale Universal Robot-dienstverlener voor hulp.
• Gebruik alleen originele kabels die met de robot zijn meegeleverd. Gebruik de
robot niet voor toepassingen waarbij deze kabels gebogen moeten worden.
• Betracht zorgvuldigheid bij het installeren van de interfacekabels naar de robot-
I/O. De metalen plaat onderin is bedoeld voor interfacekabels en aansluitingen.
Verwijder de plaat voordat u de gaten boort. Controleer of alle zaagsel ver-
wijderd is voordat u de plaat opnieuw plaatst. Denk eraan pakkingen van het
juiste formaat te gebruiken.
Storende signalen met een niveau hoger dan die zijn vastgelegd in de specifieke IEC-
standaard kunnen onverwachte gedragingen van de robot veroorzaken. Let op het
volgende:
• De robot is getest conform internationale IEC-normen voor elek-
tromagnetische compatibiliteit (EMC). Zeer hoge signalen of overmatige bloot-
stelling kunnen de robot permanent beschadigen. EMC-problemen treden vaak
op tijdens lasprocessen en worden normaal gesproken gemeld door fout-
meldingen in het logboek. Universal Robots kan niet aansprakelijk gesteld wor-
den voor schade die veroorzaakt wordt door EMC-problemen.
• I/O-kabels die vanaf de regelkast naar andere machines en fabrieksapparatuur
lopen, mogen niet langer zijn dan 30 m, tenzij aanvullende testen zijn uit-
gevoerd.
Negatieve aansluitingen worden aangeduid als aarde (GND) en worden aangesloten
op de behuizing van de robot en de regelkast. Alle genoemde GND-aansluitingen zijn
uitsluitend voor voeding en signalering. Gebruik voor aarding (PE, Protective Earth)
de M6-schroefklemmen gemarkeerd met aardingssymbolen in de regelkast. De aar-
dingsgeleider moet minimaal de stroomsterkte van de hoogste stroomwaarde in het
systeem hebben.
UR20
WAARSCHUWING: ELEKTRICITEIT
LET OP
AARDE
56
8. Elektrische interface
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave