36. Robotcyberveiligheid
36. Robotcyberveiligheid
Beschrijving
Voorvereisten voor
cyberveiligheid
Cyberveiligheid
versterken
Gebruikershandleiding
Voordat u cyberveiligheid implementeert, moet u een risicobeoordeling uit-
voeren om:
• Bedreigingen te identificeren
• Vertrouwde zones en circuits te definiëren
• Geef de vereisten van elk onderdeel aan in de toepassing
Zorg voor het volgende voordat uw systeem een veilige werkingsstaat berei-
ken:
• U hebt een goed begrip van de algemene principes van cyber-
veiligheid en geavanceerde technologieën zoals die in uw Universal
Robots-robot worden gebruikt.
• U neemt fysieke veiligheidsmaatregelen om alleen vertrouwd per-
soneel fysieke toegang tot de robot te geven.
• U verbindt uw robot alleen met een vertrouwd netwerk, achter een
firewall die zowel inkomend als uitgaand verkeer naar/van het inter-
net beperkt.
Hoewel PolyScope vele functies bevat om de netwerkverbinding veilig te
houden, kunt u de veiligheid versterken door de volgende richtlijnen in acht
te nemen:
• Stel altijd een beheerderswachtwoord in (zie
pagina
409) voordat u de robot met een netwerk verbindt.
• Gebruik de ingebouwde instellingen om netwerktoegang tot de robot
zoveel mogelijk te beperken.
• Sommige communicatie-interfaces hebben geen manier om
gemaakte verbindingen te authenticeren. In sommige toepassingen
is dit een beveiligingskwetsbaarheid.
• Gebruik lokale portforwarding (zie
om een geauthenticeerde en veilige verbinding op te zetten als u
externe toegang tot de bewegingsaansturende interfaces van de
robot nodig heeft. Bijvoorbeeld: de Dashboard-server en de pri-
maire/secundaire/realtime clientinterfaces.
• Verwijder gevoelige gegevens van de robot voordat deze buiten
gebruik wordt gesteld. Let vooral op de URCaps (zie
109. URCaps op pagina
143. Instellingen op pagina
315) en de gegevens in de programmamap.
150
143. Instellingen op
409)
UR20