De schroefpositie
configureren
De schroefinterface
configureren
UR20
1. Gebruik de vervolgkeuzelijst onder Configuratie schroeven om een
eerder gedefinieerd TCP
te selecteren waarbij Positie en Oriëntatie als volgt worden inge-
steld:
• Configureer de Positie als de punt van het schroef-
gereedschap waar het contact maakt met de schroef.
• Configureer de Oriëntatie zo dat de positieve Z-richting uit-
gelijnd is met de lengte van de aan te draaien schroeven.
U kunt de X-, Y- en Z-coördinaten van het geselecteerde TCP visualiseren
om te bevestigen dat het overeenkomst met de bit of dop van het gereed-
schap.
De programmanode Schroeven gebruikt de positieve Z-richting van het
geselecteerde TCP om de schroef te volgen en afstanden te berekenen.
1. Gebruik het keuzemenu Interface bovenin het scherm om de weer-
gegeven inhoud te wijzigen op basis van het signaaltype.
2. Configureer onder Ingang de signalen die de robot van de schroe-
vendraaier ontvangt:
• OK: Hoog wanneer het aandraaien succesvol stopt. Indien
niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet beschikbaar in de
programmanode Schroeven
• Niet OK: Hoog wanneer het aandraaien stopt met fouten.
Indien niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet beschikbaar
in de programmanode Schroeven
• Klaar: Hoog wanneer de schroevendraaier klaar is om te star-
ten. Indien niet geselecteerd, is deze voorwaarde niet aan-
gevinkt
3. Configureer onder Uitgang de signalen die de robot naar de schroe-
vendraaier stuurt:
• Start: start het aan- of losdraaien van een schroef afhankelijk
van de bedrading.
• Programmaselectie: één integer of tot vier binaire signalen
kunnen worden geselecteerd om verschillende configuraties
te activeren die in de schroevendraaier zijn opgeslagen
• Vertraging programmaselectie: te hanteren wachttijd na wij-
zigen van het programma van de schroevendraaier, om zeker
te zijn dat deze actief is
(zie 111. TCP-configuratie op pagina
354
124. Configuratie schroeven
328)
Gebruikershandleiding