64. Tabblad Variabelen
Typen vari-
abelewaarden
Gebruikershandleiding
Een robotprogramma gebruikt variabelen voor het opslaan en bijwerken
van verschillende waarden tijdens de uitvoering. Variabelen worden alleen
weergegeven als er informatie is om weer te geven. Typen variabelen zijn
onder:
• Programmavariabelen - deze zijn alleen beschikbaar voor het draai-
ende programma en de waarden gaan verloren zodra het programma
gestopt wordt.
• Installatievariabelen - deze kunnen door meerdere programma's
gebruikt worden en hun naam en waarden blijven samen bij de robot-
installatie
(zie 116. Installatie variabelen op pagina
• Scriptvariabelen - deze komen uit scriptbestanden en er kunnen ver-
schillende typen variabelen aan worden toegekend. Scriptvariabelen
worden niet weergegeven op het tabblad Programma of het tabblad
Installatie. Het robotprogramma gebruikt de scriptvariabelen om infor-
matie over waypoints op te slaan. U kunt het selectievakje Waypoints
weergeven onder Variabelen selecteren om de scriptvariabelen weer
te geven in de variabelenlijst.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de typen variabelewaarden:
bool
int
float
string
positie
list
Een booleaanse variabele waarvan de
waarde True of False is
Een geheel getal binnen het bereik -
2147483648 tot 2147483647 (32-bits)
Een zwevendekommagetal (decimaal)
(32-bits)
Een reeks tekens
Een vector die de locatie en oriëntatie
beschrijft in de cartesiaanse ruimte. Dit is
een combinatie van een positievector (x,
y, z) en een rotatievector (rx, ry,
rz) die de oriëntatie vertegenwoordigen,
geschreven als p[x, y, z, rx, ry,
rz]
Een reeks variabelen
213
341).
UR20