2. Veiligheid
Als geen rekening wordt gehouden met de extra risico's van een groter bereik, hogere
belastingen en hogere bedrijfskoppels en -snelheden in verband met een grotere
robot, zoals de UR20, kan dit leiden tot letsel of overlijden.
• Uw risicobeoordeling moet de extra risico's op het gebied van bereik, belasting
en snelheid meenemen.
2.7. Risicobeoordeling
De risicobeoordeling is een wettelijke vereiste, die moet worden uitgevoerd door een externe inte-
grator of door de gebruiker van de UR-robot in de rol van integrator.
De robot zelf is een gedeeltelijk voltooide machine, omdat de veiligheid van de robotinstallatie afhan-
kelijk is van hoe de robot geïntegreerd wordt (bv. gereedschap/eindeffector, obstakels en andere
machines). De partij die de integratie uitvoert wordt aangeraden gebruik te maken van ISO 12100 en
ISO 10218-2 voor het uitvoeren van de risicobeoordeling. De integrator kan de technische spe-
cificatie ISO/TS 15066 toepassen als aanvullende leidraad. De risicobeoordeling dient alle werk-
taken tijdens de levensduur van de robottoepassing in overweging te nemen, inclusief maar niet
beperkt tot:
• De robot leren tijdens de instelling en ontwikkeling van de robotinstallatie
• Problemen oplossen en onderhoud
• Normale werking van de robotinstallatie
Een risicobeoordeling moet worden uitgevoerd voordat de robotarm voor de eerste keer wordt inge-
schakeld. Deel van de risicobeoordeling die door de integrator wordt uitgevoerd is om de juiste instel-
lingen voor de veiligheidsconfiguratie te bepalen en de noodzaak voor extra noodstoppen en/of
andere beschermingsmaatregelen vast te stellen voor de specifieke robottoepassing.
Vaststellen wat de juiste instellingen voor de veiligheidsconfiguratie zijn is een bijzonder belangrijk
deel van de ontwikkeling van samenwerkende robottoepassingen. Zie
hoofdstuk 3. Veiligheidsfuncties en -interfaces op pagina 30
handleiding op pagina 125
Sommige veiligheidsfuncties zijn speciaal ontworpen voor samenwerkende robottoepassingen.
Deze functies kunnen via de instellingen voor veiligheidsconfiguratie worden geconfigureerd en zijn
bijzonder relevant bij de aanpak van specifieke risico's in de risicobeoordeling van de toepassing:
• Kracht- en vermogensbeperking: Gebruikt om klemkracht en druk te beperken die door de
robot worden uitgeoefend in de bewegingsrichting in het geval van botsingen tussen de robot
en de operator.
• Momentumbeperking: Gebruikt om hoge kortstondige energie en stootkrachten te beperken
in geval van botsingen tussen robot en operator door de snelheid van de robot te ver-
minderen.
Gebruikershandleiding
WAARSCHUWING
voor gedetailleerde informatie.
en deel
Deel II PolyScope-
25
UR20