49. Softwarematige veiligheidsbeperkingen
49. Softwarematige
veiligheidsbeperkingen
Beschrijving
Gebruikershandleiding
De configuratie van vlakken is volledig op elementen
gebaseerd. Wij raden u aan om alle elementen aan te maken
en te benoemen voordat u de veiligheidsconfiguratie gaat
bewerken, omdat de robot uit staat wanneer het tabblad
Veiligheid is ontgrendeld. De robot kan dan niet worden
verplaatst.
Veiligheidsvlakken beperken de werkruimte van de robot. U kunt tot acht
veiligheidsvlakken definiëren, die het gereedschap en de elleboog van de
robot beperken. U kunt de beweging van de elleboog ook beperken voor elk
veiligheidsvlak of deactiveren door het vakje af te vinken. Voordat u de vei-
ligheidsvlakken configureert, moet u een element definiëren in de robot-
installatie
(zie 115. I/O-instellingen op pagina
vervolgens in het scherm veiligheidsvlak worden gekopieerd en gecon-
figureerd.
Het definiëren van veiligheidsvlakken beperkt alleen de
bollen en elleboog van het gereedschap, niet de algemene
limiet voor de robotarm. Dit betekent dat de specificatie van
een veiligheidsvlak niet garandeert dat andere delen van de
robotarm zich ook aan deze beperking houden.
MEDEDELING
WAARSCHUWING
175
338). Het element kan
UR20