Bibliotheken gebruiken
Bibliotheken zijn programma's in binaire taal, gemaakt door de gebruiker,
die in de rekenmachine kunnen worden geladen en beschikbaar worden
gesteld voor gebruik in elke subdirectory van de HOME directory.
Bibliotheken kunnen in de rekenmachine worden gedownload als een
gewone variabele en daarna worden geïnstalleerd in en gekoppeld aan de
HOME directory.
Een bibliotheek installeren en koppelen
Om een bibliotheek te installeren, geeft u de inhoud van de bibliotheek weer
in het stapelgeheugen (gebruik de variabele softmenutoets ‚ of de functie
RCL) en sla die op in poort 0 of 1. Gebruik om bijvoorbeeld een
bibliotheekvariabele in een poort te installeren:
•
In de algebraïsche modus:
•
In de RPN-modus:
Nadat u de inhoud van de bibliotheek in het poortgeheugen hebt
geïnstalleerd, moet u de bibliotheek koppelen aan de HOME directory. Dit
kan gebeuren door de rekenmachine opnieuw op te starten (de rekenmachine
uit- en weer aanzetten, of door gelijktijdig op $Cte drukken. Nu moet
de bibliotheek beschikbaar zijn voor gebruik. Om het menu
bibliotheekactivatie te zien, gebruikt u het menu LIB (‚á). De naam van
de bibliotheek staat in het menu.
Bibliotheekgetallen
Als u het menu LIB (‚á) gebruikt en de softmenutoets indrukt die
overeenkomt met poort 0 of 1, zult u de bibliotheeknummers zien in de
softmenutoetsenlabels. Elke bibliotheek heeft een eigen getal van vier cijfers.
De nummers worden toegekend door de maker van de bibliotheek en worden
gebruikt voor het verwijderen van een bibliotheek.
Een bibliotheek verwijderen
Gebruik om een bibliotheek uit een poort te verwijderen:
•
In de algebraïsche modus: PURGE(:port_number: lib_number)
STO(library_variable, port_number)
library_variabele ` port_number K
Blz. 26-10