Programma voor een invoerstring met twee invoerwaarden
Het programma voor een invoerstring met twee invoerwaarden, laten we
zeggen a en b, ziet er als volgt uit:
»
"Enter a and b: " {" :a: :b: " {2 0} V } INPUT OBJ→
«
Dit programmma kan makkelijk worden aangemaakt door de inhoud van
INPTa aan te passen. Sla dit programma op in de variabele INPT2.
Toepassing: het evalueren van een functie met twee variabelen
Neem de ideale gaswet, pV = nRT, waar p = gasdruk (Pa), V = gas
3
volume(m
), n = aantal mol (gmol), R = universele gasconstante =
8.31451_J/(gmol*K) en T = absolute temperatuur (K).
We kunnen de druk p definiëren als een functie met twee variabelen V en T,
met p(V,T) = nRT/V voor een gegeven gasmassa, aangezien n ook constant
zal blijven. Neem aan dat n = 0.2 gmol, dan is de te programmeren functie:
T
J
T
p
(
V
,
T
)
. 8
31451
0
2 .
. 1 (
662902
_
)
V
K
V
We kunnen de functie definiëren door het volgende programma in te voeren
»
V T '(1.662902_J/K)*(T/V)'
« →
en het op te slaan in variabele @@@p@@@.
De volgende stap is de invoerstring toe te voegen die de gebruiker zal vragen
naar de waarden van V en T. Pas het programma in @@@p@@@ als volgt aan om
deze invoerstroom aan te maken:
"Enter V and T: " {"
:T: " {2 0} V }
«
:V:
INPUT OBJ→ → V T '(1.662902_J/K)*(T/V)'
»
Sla het nieuwe programma opnieuw op in de variabele @@@p@@@. Druk op
@@@p@@@ om het programma uit te voeren. Voer de waarden V = 0.01_m^3 en T
Blz. 21-27