Als oefening voor functies met percentages kunt u de volgende waarden
berekenen: %(5,20) = 1, %CH(22,25) = 13.6363.., %T(500,20) = 4
Minimum en maximum
Gebruik deze functies om de minimum en de maximumwaarde te bepalen
van twee argumenten.
MIN(x,y) : minimumwaarde van x en y
MAX(x,y) : maximum waarde van x en y
Ga als oefeninghet volgende na: MIN(-2,2) = -2, MAX(-2,2) = 2
Modulo
MOD: y mod x = residu van y/x, d.w.z. als x en y hele getallen zijn, y/x = d
+ r/x, als d = quotiënt, r = residu. In dit geval, r = y mod x.
MOD is geen functie, maar eerder een operator, d.w.z. dat in de ALG-modus,
MOD zou moeten worden gebruikt als y MOD x, en niet als MOD(y,x).
Op deze wijze is de MOD-bewerking gelijk aan +, -, *, /.
Ga sls oefening het volgende na: 15 MOD 4 = 15 mod 4 = residu van 15/4
= 3
Absolute waarde, teken, mantisse, exponent, heel getal en breukgedeeltes
ABS(x)
SIGN(x)
MANT(x)
XPON(x)
IP(x)
FP(x)
Ga als oefening het volgende na: ABS(-3) = |-3| = 3, SIGN(-5) = -1,
MANT(2540) = 2.540, XPON(2540) = 3, IP(2.35) = 2, FP(2.35) = 0.35.
Afronding, afsnijding, minimum en maximum functies
RND(x,y)
: rond y af tot x aantal decimalen
TRNC(x,y) : snijd y af tot x aantal decimalen
: berekent de absolute waarde, |x|
: bepaalt het teken van x, d.w.z. -1, 0, of 1.
: bepaalt de mantisse van een getal gebaseerd op
log
.
10
: bepaalt de macht van 10 in het getal
: bepaalt het hele getal van een reëel getal
: bepaalt het breukgedeelte van een reëel getal
Blz. 3-15