Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 427

Advertenties

De PPAR-variabele
Druk indien nodig op J om de variabelenmenu's op te roepen. In het
variabelenmenu moet een variabele PPAR staan. Druk op ‚@PPAR om de
inhoud van deze variabele in het stapelgeheugen te zetten. Druk op de
pijltoets omlaag om de stapelgeheugeneditor te activeren en gebruik de
pijltoetsen omhoog en omlaag om de volledige inhoud van PPAR te bekijken.
Het scherm toont de volgende waarden:
PPAR staat voor Plot PARameters (diagramparameters) en de inhoud omvat
onder meer twee geordende paren van reële getallen
(-8.,-1.10797263281) en
die staan voor de coördinaten van respectievelijk de
(2.,7.38905609893),
linkeronderhoek en de rechterbovenhoek van het diagram. De PPAR vermeldt
daarna de naam van de onafhankelijke variabele, X, gevolgd door een getal
dat de stapgrootte van de onafhankelijke variabele bij het genereren van het
diagram specificeert. Deze waarde is de standaardwaarde, nul (0.), die
stapgrootten in X aangeeft die overeenkomen met 1 pixel in de
grafiekenweergave. Het volgende element in PPAR is een lijst met eerst de
coördinaten van het snijpunt van de diagramassen, dus (0.,0.), gevolgd door
een lijst die de cijfernotatie specificeert op respectievelijk de x- en y-assen
{10d # 10d}. Daarna vermeldt de PPAR het diagramtype dat moet worden
gegenereerd, dus FUNCTION, en uiteindelijk het label van de y-as, dus Y.
De variabele PPAR, als deze niet bestaat, wordt steeds gegenereerd wanneer
u een diagram aanmaakt. De inhoud van de functie zal veranderen,
afhankelijk van het diagramtype en van de opties die u selecteert in het
venster PLOT (het venster dat door de gelijktijdige activering van de toetsen
„ en ò(B) verschijnt).
Blz. 12-12

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+