@SST
@
↓
@SST
@
↓
2`
@SST
@
↓
@SST
@
↓
@SST
@
↓
Op dit moment zijn we binnen het subprogramma
lokale variabele a gebruikt. Gebruik het volgende om de waarde van a te
bekijken:
~„aµ
Laten we de debugger hier afbreken aangezien we toch het resultaat kennen
dat we zullen krijgen. Druk op @KILL om de debugger af te breken. U krijgt de
melding
<!> Interrupted
op $ om terug te keren naar het normale scherm van de rekenmachine.
Opmerking: in de debugging modus wordt, iedere keer dat we op
@SST
@ drukken, het scherm weergegeven van de programmastap die wordt
↓
uitgevoerd. De softtoetsfunctie @@SST@ is ook beschikbaar in het submenu @) R UN in
het PRG menu. Dit kan worden gebruikt om elk subprogramma direct uit te
voeren dat is geactiveerd vanuit het hoofdprogramma. Voorbeelden van de
toepassing van @@SST@ zullen later worden getoond.
Het programma herstellen
De enig mogelijke oplossing voor het weigeren van het programma om een
numeriek resultaat weer te geven, is het ontbreken van het commando
NUM na de algebraïsche uitdrukking '2*a^2+3'. Bewerk het programma
bewerken door de ontbrekende functie EVAL aan toe te voegen. Na het
bewerken zou het programma er als volgt uit moeten zien:
Resultaat: {" a:" {2 0} V}
Resultaat: gebruiker wordt gevraagd de
waarde van a in te geven
Voert een waarde van 2 in voor a.
Resultaat: " :a:2"
Resultaat: a:2
Resultaat: maakt stapelgeheugen leeg, is
aan het uitvoeren
Resultaat: maakt stapelgeheugen leeg,
activeert het subprogramma
Dit toont inderdaad dat de locale variabele a = 2
die aangeeft dat u de debugger afbreekt. Druk
a
→
«
» dat de
'2*a^2+3'
«
Blz. 21-25