Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 52

Advertenties

De hoekmeting is van invloed op trigonometrische functies als SIN, COS, TAN
en de bijbehorende functies.
Gebruik de volgende procudure om de hoekmetingmodus te wijzigen:
Druk op de toets H. Druk daarna twee keer op de toets pijltje omlaag,
˜. Selecteer de modus Hoekmeting met de toets \ (tweede van links
in de vijfde rij onder in het toetsenbord) of door op de softmenutoets
@CHOOS ( B) te drukken. Bij de tweede methode kunt u de pijltjes
omhoog en omlaag, —˜, gebruiken om de gewenste modus te
selecteren. Druk daarna op de softmenutoets !!@@OK#@ (F) om de
handeling te voltooien. In het volgende scherm is bijvoorbeeld de modus
Radians geselecteerd:
Coördinatenstelsel
Als u het coördinatenstelsel selecteert, heeft dit invloed op de manier waarop
vectoren en complexe getallen worden weergegeven en ingevoerd.
Raadpleeg Hoofdstuk 4 en 9 in deze handleiding voor meer informatie over
respectievelijk complexe getallen en vectoren.
Twee- en drie-dimensionele vector componenten en complexe getallen kunnen
in elk van de 3 coördinatenstelsels worden weergegeven: De Cartesische (2
dimensionaal) of Rechthoekige (3 dimensionaal), Cilindrische (3 dimensionaal)
of Polaire (2 dimensionaal), en Sferische (alleen 3 dimensionaal). In een
Cartesisch of Rechthoekig coördinatenstelsel heeft een punt P drie lineaire
coördinaten (x,y,z), gemeten vanaf het beginpunt waarlangs elk van drie
onderling perpendiculaire assen (in 2 d modus, z wordt voorgesteld als 0). Bij
een Cilindrisch of Polair coördinatenstelsel worden de puntcoördinaten
gegeven door (r,θ,z), waar r een radiale afstand is gemeten van het
beginpunt op het xy-vlak, θ de hoek is die de radiale afstand r vormt met de
positieve x-as – als positief gemeten tegen de de klok in --, en z gelijk is als de
z-coördinaat in een Cartesisch stelsel (in de 2 d modus, z wordt voorgesteld
Blz. 1-25

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+