Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 406

Advertenties

De uitkomst laat de eigenwaarden als de kolommen van de matrix zien in de
uitkomstenlijst. Om de eigenwaarden te zien, kunnen we het volgende
gebruiken: GET(ANS(1),2), d.w.z. neem het tweede element in de lijst van de
vorige uitkomst. De eigenwaarden zijn:
In het kort:
= 0.29, x
λ
1
= 3.16, x
λ
2
= 7.54, x
λ
3
Opmerking: een symmetrische matrix produceert alle reële eigenwaarden en
de eigenvectoren zijn wederzijds loodrecht. Voor het zojuist uitgewerkte
voorbeeld kunt u controleren dat x
De functie JORDAN
De functie JORDAN is bedoeld om een diagonalisatie of
Jordancyclusontbinding van een matrix te produceren. Voor een gegeven
vierkante matrix A, geeft de functie JORDAN in de RPN-modus vier
uitvoeritems, namelijk:
De minimumpolynoom van matrix A (stapelgeheugenniveau 4)
De karakteristieke polynoom van matrix A (stapelgeheugenniveau 3)
Een lijst met eigenvectoren die overeenkomt met iedere eigenwaarde
van matrix A (stapelgeheugenniveau 2)
Een vector met de eigenvectoren van matrix A (stapelgeheugenniveau
4)
Probeer bijvoorbeeld deze oefening in de RPN-modus:
[[4,1,-2],[1,2,-1],[-2,-1,0]]
= [ 1.00, 0.79, –0.91]
1
= [1.00, -0.51, 0.65]
2
= [-0.03, 1.00, 0.84]
1
x
= 0, x
x
= 0 en x
1
2
1
3
T
,
T
,
T
.
x
= 0.
2
3
JORDAN
Blz. 11-50

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+