Het controleren van de inhoud van variabelen
Als oefening voor het bekijken van de inhoud van de variabelen maakt u
gebruik van de zeven variabelen ingevoerd in de voorgaande oefening. In
een eerdere oefening voor het aanmaken van de variabele A, toonden wij u
hoe het menu FILES gebruikt kan worden om de inhoud van een variabele
zichtbaar te maken. In deze paragraaf wordt een eenvoudige manier
getoond om de inhoud van een variabele te bekijken.
Door op het label van de softmenutoets voor de variabele te drukken
Deze werkwijze toont de inhoud van een variabele zolang de variabele een
numerieke of een algebraïsche waarde heeft of een array bevat. Druk op de
volgende toetsen om de inhoud van de variabelen te zien uit de
bovenstaande lijst:
Algebraïsche modus
Voer deze toetsencombinatie in: J@@z1@@ ` @@@R@@ `@@@Q@@@ `. Nu het
beeldscherm er als volgt uit:
Voer vervolgens deze toetsencombinatie in: @@A12@ ` @@@ª@@ ` L @@@A@@@ `.
Nu ziet het beeldscherm er als volgt uit:
Wanneer u op de softmenutoets behorende bij p1 drukt, verschijnt er een
foutmelding (probeer L @@@p1@@ `):
Blz. 2-56