Bijvoorbeeld, in de ALG-modus:
De functie CON
De functie neemt als argument een constante waarde en een lijst van twee
elementen overeenkomstig het aantal rijen en kolommen van de aan te maken
matrix. Defunctie CON maakt een matrix met constante elementen aan. In de
ALG-modus maakt het volgende commando een 4×3 matrix aan met
elementen die allemaal gelijk zijn aan: –1.5:
In de RPN-modus wordt dit uitgevoerd met {4,3} ` 1.5 \
` CON.
De functie IDN
De functie IDN (IdeNtity matrix) maakt een identiteitsmatrix aan naar gelang
de opmaak. Een identiteitsmatrix moet een vierkantmatrix zijn, daarom is er
maar één waarde vereist voor de volledige beschrijving. Voer het volgende in
om een 4×4 identiteitsmatrix in de ALG-modus aan te maken:
Blz. 10-9