Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 127

Advertenties

De functies UNDO en CMD
De functies UNDO en CMD zijn handig om recente commando's te
achterhalen of een bewerking ongedaan te maken als er een fout is gemaakt.
Deze functies zijn verbonden met de toets HIST. UNDO wordt uitgevoerd met
de toetsencombinatie ‚¯, terwijl CMD wordt uitgevoerd met „®.
Om het gebruik van UNDO te verduidelijken, kunt u de volgende oefening in
de algebraïsche (ALG) modus proberen: 5*4/3`. Het
commando UNDO (‚¯) verwijdert gewoon het resultaat. Dezelfde
oefening in de RPN-modus wordt uitgevoerd met de volgende
toetsencombinatie: 5`4`*3`/. Met ‚¯ wordt
de meest recente bewerking (20/3) ongedaan gemaakt en zet de
oorspronkelijke termen terug in het stapelgeheugen:
Om het gebruik van CMD te verduidelijken, kunt u het volgende in de ALG-
modus invoeren. Druk na elke invoer op ` .
Gebruik vervolgens de functie CMD („®) om de vier meest recente, door
de gebruiker ingevoerde commando's te tonen, d.w.z.
U kunt de pijltoetsen omhoog en omlaag (—˜) gebruiken om door deze
commando's te schuiven en om elk commando te markeren dat u opnieuw wilt
uitvoeren. Druk op @@OK@@ zodra u het in te voeren commando geselecteerd heeft.
De functie CMD werkt op dezelfde manier in de RPN-modus, behalve dat de
lijst van commando's alle algebraïsche getallen weergeeft. De ingevoerde
functies worden niet weergegeven. Probeer bijvoorbeeld de volgende
oefening in de RPN-modus:
5`2`3/*S
³S5*2`.
Door op „® te drukken verschijnt het volgende keuzevenster:
Blz. 2-67

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+