³„Ü5+3.2™/
„Ü7-2.2`µ
In zowel de ALG- als de RPN-modus kunt u de Vergelijkingenschrijver
gebruiken:
‚O5+3.2™/7-2.2
De uitdrukking kan geëvalueerd worden binnen de Vergelijkingenschrijver,
door middel van de volgende formule:
————@EVAL@ of ‚—@EVAL@
Absolute waardefunctie
De absolute waardefunctie, ABS, wordt verkregen met de volgende
toetsencombinatie: „Ê. Indien u in het stapelgeheugen werkt in de ALG-
modus, moet u de functie vóór het argument in te voeren, bijv. „Ê
\2.32`
In de RPN-modus, moet u eerst het getal in te voeren en vervolgens de functie,
bijvv.:
2.32\„Ê
Kwadraten en vierkantswortels
De kwadraatfunctie, SQ, kan met de volgende toetsencombinatie geactiveerd
worden: „º. Indien u in het stapelgeheugen werkt in de ALG-modus,
moet u de functie vóór het argument invoeren, bijv.
„º\2.3`.
In de RPN-modus, moet u eerst het getal invoeren en vervolgens de functie,
bijv.:
2.3\„º
De vierkantswortelfunctie, √, kan met de R toets geactiveerd worden. Indien u
in het stapelgeheugen werkt in de ALG-modus, moet u de functie vóór het
argument invoeren.
R123.4`
In de RPN-modus moet u eerst het getal invoeren en vervolgens de functie,
bijv.:
123.4R
Blz. 3-5