123/32
2
4`2Q
4
3
√27
Let op de posities van de y en de x in de laatste twee handelingen. De basis
in de exponentiële handeling is y (stapelgeheugenniveau 2), terwijl het
exponent x is (stapelgeheugenniveau 1) voordat de toets Q wordt ingedrukt.
In de derdemachtswortel is y (stapelgeheugenniveau 2) het getal onder het
wortelteken en x (stapelgeheugenniveau 1) de wortel.
Probeer de volgende oefening met de volgende 3 factoren: (5 + 3) × 2
5`3+
2X
Probeer nu de eerder genoemde uitdrukkinguitdrukking:
3.`
5.`
3.`
3.*
Y
-
*
23.`Voert 23 op niveau 1 in, 14.66666 verplaatst zich
3.Q
/
2.5
123`32/
27`3@»
Berekent eerst (5 + 3).
Voltooit de berekening.
1
3
5
3
3
2
5 .
e
3
23
Voert 3 op niveau 1 in
Voert 5 op niveau 1 in, 3 verplaatst zich naar y
Voert 3 op niveau 1 in, 5 verplaatst zich naar niveau
2, 3 naar niveau 3
Plaatst 3 en vermenigvuldigt, 9 verschijnt op niveau 1
1/(3×3), laatste waarde op niveau. 1; 5 op niveau
2; 3 op niveau 3
5 – 1/(3x3), bezet nu niveau 1; 3 op niveau 2
3 x (5 – 1/(3x3)), bezet nu niveau 1
naar niveau 2.
Voert 3 in, berekent 23
niveau. 2.
3
(3× (5-1/(3×3)))/23
op niveau 1
Voert 2.5 op niveau 1 in
3
op niveau 1. 14.666 op
Blz. 1-17