Bijlage G
Handige sneltoetsen
Hier worden een aantal sneltoetsen gepresenteerd die vaak in de
rekenmachine gebruikt worden:
•
Beeldschermcontrast aanpassen $ (vasthouden) + of $
(vasthouden) -
•
Wissel tussen de RPN-modus en de ALG-modus: H\@@@OK@@ of
H\`.
•
Systeemvlag 95 instellen/wissen (ALG-modus versus RPN-modus)
H @) F LAGS —„—„—„ — @ @CHK@@
•
In de ALG-modus,
CF(-95) selecteert de RPN-modus
•
In de RPN-modus,
95 \` SF selecteert de ALG-modus
•
De sneltoets om te wisselen tussen de modi APPROX en EXACT
bestaat uit het vasthouden van de rechter Shift-toets en het
tegelijkertijd indrukken van de toets ENTER , bijvoorbeeld
(vasthouden) `.
•
Systeemvlag 105 instellen/wissen (EXACT-modus versus APPROX
CAS-modus )
H @) F LAGS —„—„— —— @ @CHK@@
•
In de ALG-modus,
SF(-105) selecteert de APPROX CAS-modus
CF(-105) selecteert de EXACT CAS-modus
•
In de RPN-modus,
105 \` SF selecteert de APPROX CAS-modus
105 \` CF selecteert de EXACT CAS-modus
‚
Blz. G-1