P-waarde = P(|z|>|z
De criteria voor het toetsen van de hypothese zijn:
•
als P-waarde < α
Verwerp H
o
•
niet als P-waarde > α.
Verwerp H
o
De P-waarde voor een tweezijdige toets kan als volgt worden berekend met
de kansfuncties in de rekenmachine:
•
Met z, P-waarde = 2⋅UTPN(0,1,|z
•
Met t,
P-waarde = 2⋅UTPT(ν,|t
Voorbeeld 1 --
Toets de nulhypothese H
alternatieve hypothese, H
95%, dus α = 0.05, met een steekproef van grootte n = 25 met een
gemiddelde x = 22.0 en een standaardafwijking s = 3.5. We gaan er
hierbij vanuit dat we de waarde van de standaardafwijking van de populatie
niet kennen en dus berekenen we een t-statistiek als volgt:
t
=
o
De bijbehorende P-waarde voor n = 25 - 1 = 24 vrijheidsgraden is
P-waarde = 2⋅UTPT(24,-0.7142) = 2⋅0.7590 = 1.5169,
omdat 1.5169 > 0.05, dus P-waarde > α, kunnen we nulhypothese H
verwerpen: µ = 22.0.
Eenzijdige hypothese
Het probleem is het toetsen van de nulhypothese H
alternatieve
hypothese,
betrouwbaarheidsniveau (1-α)100% of significantieniveau α, met een
steekproef van grootte n met een gemiddelde x en een standaardafwijking s.
Deze toets noemen we een eenzijdige toets. De procedure voor het uitvoeren
|) of P-waarde = P(|t|>|t
o
|)
o
|)
o
: µ = 22.5 ( = µ
o
: µ ≠22.5, op een betrouwbaarheidsniveau van
1
x
−
µ
22
0 .
−
22
5 .
=
=
o
s
/
n
. 3
/ 5
25
µ > µ
H
:
of
ο
1
|).
o
) tegen de
o
−
. 0
7142
o
: µ = µ
, tegen de
o
o
µ < µ
H
:
op
ο
1
Blz. 18-41
niet
een