Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 357

Advertenties

Hoofdstuk 11
Matrixbewerkingen en lineaire algebra
In Hoofdstuk 10 hebben we een matrix geïntroduceerd en een aantal functies
laten zien om matrices in te voeren, aan te maken of te bewerken. In dit
Hoofdstuk laten we voorbeelden van matrixbewerkingen zien en toepassingen
op problemen van lineaire algebra
Bewerkingen met matrices
Matrices kunnen net als andere wiskundige grootheden worden opgeteld en
afgetrokken. Ze kunnen met een scalair of onderling worden vermenigvuldigd.
Een belangrijke bewerking voor lineaire algebratoepassingen is de inversie
van een matrix. Details van deze bewerkingen ziet u hieronder.
Om de bewerkingen te illustreren, zullen we een aantal matrices aanmaken
die we in variabelen zullen opslaan. De algemene benaming voor de
matrices is Aij en Bij waarbij i voor het aantal rijen staat en j voor het aantal
kolommen van de matrices. De te gebruiken matrices zijn gegenereerd met de
functie RANM (willekeurige matrices). Als u deze oefening in uw
rekenmachine probeert, krijgt u andere matrices dan die u hieronder ziet,
tenzij u ze precies opslaat in de rekenmachine, zoals hieronder. Hier worden
de in de ALG-modus aangemaakte matrices A22, B22, A23, B23, A32, B32,
A33 en B33 weergegeven:
In de RPN-modus moet u de volgende stappen volgen:
{2,2}` RANM 'A22'K
{2,3}` RANM 'A23'K
{3,2}` RANM 'A32'K
{2,2}` RANM 'B22'K
{2,3}` RANM 'B23'K
{3,2}` RANM 'B32'K
Blz. 11-1

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+