De toepassing van deze functies wordt hieronder aangetoond.
DATE: Plaatst de huidige tijd in het stapelgeheugen
DATE: Stelt de systeemdatum in op een bepaalde waarde
TIME:
Plaatst de huidige tijd in de 24-uur UU.MM.SS-notatie
TIME: Stelt de systeemtijd in op een bepaalde waarde in de 24-uur
UU.MM.SS-notatie
TICKS: Geeft de systeemtijd weer als een binair heel getal in de eenheid
van kloktikken waarbij 1 tik = 1/8192 sec
ALRM..: Submenu met functies voor het instellen van het alarm
(wordt later beschreven)
DATE+: Telt een aantal dagen bij een datum op, of trekt ze ervan af
DDAYS(x,y): Geeft het aantal dagen weer tussen data x en y
HMS: Zet de tijd om van decimaal naar UU.MM.SS
HMS : Zet de tijd om van UU.MM.SS naar decimaal
HMS+: Telt twee tijden in UU.MM.SS-notatie bij elkaar op
HMS-: Trekt twee datums in UU.MM.SS-notatie van elkaar af
TSTR(time, date): Zet tijd, datum om in stringnotatie
CLKADJ(x): Telt x tikken op bij de systeemtijd (1 tik = 1/8192 sec)
De functies
DATE,
aan te passen. Hier worden geen voorbeelden van deze functies gegeven.
Hier zijn voorbeelden van de functies DATE, TIME en TSTR
TIME, CLKADJ worden gebruikt om de datum en tijd
Blz. 25-3