FLAG: Om vlaggen in- of uit te schakelen en hun status te controleren
KEYS: Om door de gebruiker gedefinieerde toetsen te definiëren en te
activeren (Hoofdstuk 20)
MENU: Om eigen menu's te definiëren en activeren (Hoofdstuk 20)
MISC: Overige modusveranderingen (geluidssignalen, klok, enz.)
IN:
Functies voor de programmainvoer
OUT:
Functies voor de programmainvoer
TIME:
Functies gerelateerd aan de tijd
ALRM: Bewerken van het alarmsignaal
ERROR: Functies voor het bewerken van foutmeldingen
IFERR: IFERR-THEN-ELSE-END-constructie voor foutbehandeling
RUN:
Functies voor het uitvoeren en debuggen van programma's
Navigeren door RPN submenu's
Start met de toetsencombinatie „°, druk daarna op de bijbehorende
softmenutoets (bijvoorbeeld @) @ MEM@@). Als u een submenu wilt activeren binnen
dit submenu (bijvoorbeeld @) @ DIR@ binnen het submenu @MEM@), druk op de
overeenkomstige toets. Druk op de toets L om naar boven te bewegen in
een submenu tot u de verwijzing vindt naar het bovenste submenu
(bijvoorbeeld @) @ MEM@ binnen het submenu @) @ DIR@@) of het menu PRG (d.w.z. @) @ PRG@).
Lijst van functies per submenu
Hierna volgt een lijst van alle functies in het menu PRG, gerangschikt volgens
submenu.
STACK
MEM/DIR
DUP
PURGE
SWAP
RCL
DROP
STO
OVER
PATH
ROT
CRDIR
UNROT
PGDIR
ROLL
VARS
ROLLD
TVARS
PICK
ORDER
UNPICK
BRCH/IF
BRCH/WHILE TYPE
IF
WHILE
THEN
REPEAT
ELSE
END
END
TEST
BRCH/CASE
==
≠
CASE
THEN
<
END
>
≤
OBJ
ARRY
LIST
STR
TAG
UNIT
C R
R C
NUM
CHR
Blz. 21-7