Omdat deze weergave van PICT werd aangeroepen via de functie PVIEW,
kunnen we geen andere informatie uit het diagram krijgen dan de afbeelding
zelf. Om aanvullende informatie te verkrijgen van de cirkel van Mohr, sluit u
het programma af door op $te drukken. Druk daarna op š om de
inhoud van PICT weer op te roepen in de grafische omgeving. De cirkel van
Mohr ziet er nu uit als in de rechterafbeelding (zie hierboven).
Druk op de softmenutoetsen @TRACE en @(x,y)@. Onder in het scherm vindt u de
waarde van φ die overeenkomt met het punt A(σx, τxy), d.w.z.
(2.50E1, 5.00E1).
Druk op de pijltoets naar rechts (™) om de waarde van
corresponderende waarde (σ'
hebben we de waarden (σ'
waarde van σ'
zal worden gevonden in een hoek van 90
yy
o
. Druk op ™ totdat we de waarde van
= 45 + 90 = 135
vinden het volgende: (
σ
Om de voornaamste normale waarden te vinden, drukt u op š tot de cursor
terugkeert naar het snijpunt van de cirkel met de positieve sectie van de σ-as.
De waarden die nu worden gevonden, zijn
1.40E0) = (106, -1.40). Nu hadden we de waarde van τ'
de plaats van de voornaamste assen. Wat er gebeurt is dat we het precieze
punt waar de schuine druk nul wordt, missen omdat we de resolutie van de
onafhankelijke variabele hebben beperkt tot ∆φ = 1
op š drukt, vindt u waarden van
= (106, 0.551). Deze informatie vertelt ons dat ergens tussen
o
de schuine druk, τ'
59
xy
Druk op $ om de precieze waarde van φn te vinden. Voer dan de lijst in
die overeenkomt met de waarden {σx σy τxy}; in dit geval:
[ENTER]
Druk
vervolgens
op
o
, is de precieze waarde van φn.
58.2825255885
, τ'
) te bekijken. Bijvoorbeeld, voor
xx
xy
, τ'
) = (1.00E2, 2.50E1) = (100, 25). De
xx
xy
, τ'
'
) = (-1.00E-10,-2.5E1) = (0, 25).
yy
xy
φ
= 59
o
φ
= 58
en (σ'
, nul wordt.
@CC&r.
Het
laatste
φ = 0,
φ
te verhogen en de
φ
= 45
o
vooruit, d.w.z.
φ
aantreffen. We
o
, τ'
en (σ'
) = (1.06E2,-
xx
xy
= 0 verwacht op
xy
o
. Wanneer u nogmaals
, τ'
) = (1.06E2,5.51E-1)
xx
xy
o
φ
= 58
en
{ 25
75
resultaat
in
de
uitvoer,
Blz. 22-41
o
,
φ
φ
=
50 }