De inverse matrix
De inverse van een vierkante matrix A is de matrix A
-1
zodat A⋅A
-1
= A
-1
⋅A =
I, waarbij I de identiteitsmatrix is met dezelfde afmetingen als A. U verkrijgt
de inverse van een matrix met de inverse functie INV (d.w.z. de toets Y) in
de rekenmachine. Voorbeelden van inverse van enkele eerder opgeslagen
matrices ziet u hieronder:
Om de eigenschappen van de inverse matrix te verifiëren, geven we de
volgende vermenigvuldigingen:
Een matrix karakteriseren (Het matrixmenu NORM)
Het matrixmenu NORM (NORMALIZE) is toegankelijk met de
toetsencombinatie „´ (systeemvlag 117 ingesteld op CHOOSE boxes
(keuzevensters)):
Blz. 11-6