R!Ü3.*!Ü5.-
1./ !Ü3.*3.™™
/23.Q3+!¸2.5`
Zo krijgt u hetzelfde resultaat.
Verander de bedieningsmodus in RPN door eerst op de toets H te drukken.
Selecteer de bedieningsmodus RPN met de toets \ of door op de
softmenutoets @CHOOS te drukken. Druk op de softmenutoets !!@@OK#@ F om de
handeling te voltooien. Het beeldscherm ziet er bij de RPN-modus als volgt uit:
U ziet dat het beeldscherm meerdere niveaus van de uitkomst heeft
genummerd met van onder naar boven 1, 2, 3, enz. Dit wordt het
stapelgeheugen van de rekenmachine genoemd. De verschillende niveaus
worden stapelgeheugenniveaus
genoemd, dus stapelgeheugenniveau 1,
stapelgeheugenniveau 2, enz.
RPN wil dus eigenlijk zeggen dat u een handeling zoals 3 + 2, niet in de
rekenmachine invoert met 3+2`, maar eerst de operanden, in de
juiste volgorde invoert en dan de operator, d.w.z. 3`2`+. Als
u de operanden,invoert, bezetten zij verschillende stapelgeheugenniveaus.
Als u 3` invoert, wordt het getal 3 op stapelgeheugenniveau 1
ingevoerd. Als u daarna 2` invoert, gaat het getal 3 naar
stapelgeheugenniveau 2. Door vervolgens op + te drukken, vertellen we de
rekenmachine dat hij de operator of het programma + moet toepassen op
de objecten op niveaus 1 en 2. De uitkomst, 5, wordt vervolgens op niveau 1
geplaatst.. Een eenvoudigere wijze om deze bewerking te berekenen, is het
gebruik van: 3`2+.
We proberen eerst enkele eenvoudige handelingen voordat we de moeilijkere
uitdrukking uitproberen die eerder is gebruikt bij de algebraïsche
modusuitdrukking:
Blz. 1-16