Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 111

Advertenties

een letter (een Engelse of een Griekse). Enkele niet alfabetische lettertekens,
zoals de pijl (→) kunnen in een variabele gebruikt worden indien
gecombineerd met een alfabetisch letterteken. '→A' is dus een geldige
variabelennaam, maar '→' daarentegen niet. Geldige voorbeelden van
variabelennamen zijn: 'A', 'B', 'a', 'b', 'α', 'β', 'A1', 'AB12',
' A12','Vel','Z0','z1', enz.
Een variabele kan niet dezelfde naam hebben als een functie van de
rekenmachine. U kunt bijvoorbeeld geen variabele met de naam SIN hebben,
aangezien de rekenmachine een SIN commando heeft. De rekenmachine
bevat de volgende gereserveerde variabelennamen: ALRMDAT, CST, EQ,
EXPR, IERR, IOPAR, MAXR, MINR, PICT, PPAR, PRTPAR, VPAR, ZPAR, der_, e,
i, n1,n2, ..., s1, s2, ..., ΣDAT, ΣPAR, π, ∞
Variabelen kunnen in subdirectorys georganiseerd worden.
Het áanmaken van variabelen
Voor het aanmaken van een variabele kunt u het menu FILES gebruiken, net
zoals in de vorige voorbeelden voor het aanmaken van een subdirectory. In
de subdirectory {HOME MANS INTRO}, aangemaakt in een eerdere
oefening, wilt u bijvoorbeeld de volgende variabelen met de getoonde
waarden opslaan:
Naam
A
α
A12
Q
R
z1
p1
Via het menu FILES
U gebruikt het menu FILES om een variabele A in te voeren. Stel dat u zich in
subdirectory {HOME MANS INTRO}.bevindt.
Inhoud
12.5
-0.25
5
3×10
'r/(m+r)'
algebraïsch
[3,2,1]
3+5i
complex
<< → r 'π*r^2' >> programma
Type
Reël
Reël
Reël
vector
Gebruik de volgende
Blz. 2-51

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+