'-(.1375*X^4+ -.7666666666667*X^3+ - .74375*X^2 =
1.991666666667*X-12.92265625)'.
Opmerking: In Hoofdstuk 10 worden matrices behandeld.
De functie LCM
De functie LCM (Least Common Multiple) verkrijgt de kleinste gemene
meervoud van twee polynomen of polynomenlijsten van dezelfde lengte.
Voorbeelden:
LCM('2*X^2+4*X+2' ,'X^2-1' ) = '(2*X^2+4*X+2)*(X-1)'.
LCM('X^3-1','X^2+2*X') = '(X^3-1)*( X^2+2*X)'
De functie LEGENDRE
Een Legendre-polynoom van orde n is een polynoomfunctie die de volgende
differentiële vergelijking oplost
Gebruik LEGENDRE(n), bijvoorbeeld voor het verkrijgen Legendre-polynoom
van de n-de orde
LEGENDRE(3) = '(5*X^3-3*X)/2'
LEGENDRE(5) = '(63*X ^5-70*X^3+15*X)/8'
De functie PCOEF
Bij een array met de wortels van een polynoom, zal de functie PCOEF een
array genereren met de coëfficiënten van de bijbehorende polynoom. De
coëfficiënten komen overeen met de afnemende orde van de onafhankelijke
variabele. Voorbeeld: PCOEF([-2,–1,0,1,1,2]) = [1. –1. –5. 5. 4. –4. 0.], die
6
5
4
de polynoom X
-X
-5X
+5X
De functie PROOT
Bij een array met coëfficiënten van een polynoom in afnemende orde geeft de
functie PROOT de wortels van de polynoom. Voorbeeld: X
PROOT([1 –5 6]) = [2. 3.].
2
d
y
2
1 (
)
2
x
2
dx
3
2
+4X
-4X voorstelt.
dy
(
) 1
x
n
n
y
dx
2
+5X-6 =0,
Blz. 5-23
0