Download Print deze pagina

HP F2228-90011 Gebruikershandleiding pagina 844

Advertenties

Opmerking: Wanneer u de back-up van een HOME directory terugzet
gebeuren er twee dingen:
De back-up directory overschrijft de huidige HOME directory. Alle
gegevens waarvan geen back-up is gemaakt in de huidige HOME
directory zullen verloren gaan.
De rekenmachine start opnieuw op. De inhoud van de geschiedenis
of het stapelgeheugen gaat verloren.
Opslaan, verwijderen en terugzetten van back-upobjecten
Gebruik één van de volgende methodes om een back-up object aan te maken:
• Gebruik de File Manager („¡) om het object naar de poort te
kopiëren. Als u deze methode gebruikt, zal het back-upobject dezelfde
naam hebben als het originele object.
• Gebruik het commando STO om het object naar een poort te kopiëren. Zo
gebruikt u bijvoorbeeld in de algebraïsche modus de volgende
toetsencombinatie om een back-up te maken van variabele A naar een
back-upobject met de naam AA in poort 1:
@@@A@@@ K „ê1™~a~a`
• Gebruik het commando ARCHIVE om een back-up van de HOME directory
te maken (zie hierboven).
Een back-upobject uit een poort verwijderen:
• Gebruik de File Manager („¡) om het object te verwijderen, net
zoals u zou doen met een variabele in de HOME directory (zie Hoofdstuk
2 van de gebruikshandleidingboek).
• Gebruik het commando PURGE als volgt:
In de algebraïsche modus:
In de RPN-modus:
Een back-upobject terugzetten:
• Gebruik de File Manager („¡) om het back-upobject te kopiëren van
het poortgeheugen naar de HOME directory.
• Wanneer een back-upobject wordt teruggezet, voert de rekenmachine een
integriteitscontrole uit op het teruggezette object door de CRC-waarde te
PURGE(: Port_Number : Backup_Name)
: Port_Number : Backup_Name PURGE
Blz. 26-6

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

49g+