Om de determinant van een matrix A aan te duiden, schrijven we det(A). De
determinant van een singuliere matrix is gelijk aan nul.
De functie TRACE
De functie TRACE berekent de diagonaalsom van een vierkante matrix,
gedefinieerd als de som van de elementen in de hoofddiagonaal,oftewel
n
tr
(A
)
=
a
.
ii
i
=
1
Voorbeelden:
De functie TRAN
De functie TRAN geeft de getransponeerde van een reële of de toegevoegde
getransponeerde van een complexe matrix. TRAN is gelijk aan TRN. De
werking van de functie TRN is behandeld in Hoofdstuk 10.
Aanvullende matrixbewerkingen (Het matrixmenu OPER)
Het matrixmenu OPER (OPERATIONS) is toegankelijk met de
toetsencombinatie „Ø (systeemvlag 117 ingesteld op CHOOSE boxes):
Het menu OPERATIONS bevat de volgende functies:
Blz. 11-14