Deze integraal evalueert tot 36
Gegevens organiseren in de rekenmachine
U kunt gegevens in uw rekenmachine organiseren door variabelen in een
directorystructuur op te slaan. Om de werking van het rekenmachinegeheugen
te begrijpen, moet u eerst het directorybestand openen. Druk op de
toetsencombinatie „¡ (eerste toets in de tweede rij boven in het
toetsenbord) om het beeldscherm File Manager van de rekenmachine te
openen:
Dit beeldscherm geeft een momentopname van het geheugen van de
rekenmachine en van de directorystructuur. Het beeldscherm laat zien dat de
rekenmachine drie geheugenpoorten heeft (of geheugenpartities), poort
0:IRAM, poort 1:ERAM en poort 2:FLASH . Geheugenpoorten worden
gebruikt voor het opslaan van derde toepassingen of bibliotheken, evenals
backups. Ook wordt de grootte van de drie verschillende poorten
aangegeven. De vierde en daaropvolgende regels in dit beeldscherm tonen
de directorystructuur van de rekenmachine. De bovenste directory (thans
gemarkeerd) is de Home directory en bevat een van tevoren bepaalde
subdirectory, genaamd CASDIR. Het beeldscherm File Manager heeft drie
functies die behoren bij de softmenutoetsen:
@CHDIR (A):
@CANCL (E):
@@OK@@ (F):
Om bijvoorbeeld de directory in de CASDIR te wijzigen, drukt u op de
pijltoets omlaag, ˜ en vervolgens op @CHDIR (A). Deze bewerking sluit
het venster File Manager en keert terug naar het normale beeldscherm van de
rekenmachine. U zult zien dat de tweede regel boven in het beeldscherm nu
begint met de lettertekens { HOME CASDIR }, wat aangeeft dat de huidige
directory CASDIR in de HOME directory is.
Wisselt naar geselecteerde directory
Annuleert bewerking
Keurt een selectie goed
Blz. 2-36