Voer in de RPN-modus eerst de matrix in gevolgd door de constante waarde,
vervolgens door de met de constante waarde te vermenigvuldigende rij en
tenslotte de rij die vervangen moet worden. De volgende afbeelding laat het
RPN-stapelgeheugen zien voor en na het toepassen van de functie RCIJ onder
dezelfde omstandigheden als in het bovengenoemde ALG-voorbeeld:
Blz. 10-28