Voor de normale, Student-t-, Chi-kwadraat- (χ
weergegeven door de functies UTPN, UTPT, UPTC en UTPF in de
rekenmachine, kan de inverse cuff worden gevonden door een van de
volgende vergelijkingen op te lossen:
•
Normaal,
•
Student-t,
•
Chi-kwadraat, p = 1 – UTPC(ν,x)
•
F-verdeling:
U ziet dat de tweede parameter in de UTPN-functie σ2 en niet σ
variantie van de verdeling aangeeft. Het symbool ν (de kleine Griekse letter
no) is ook niet beschikbaar in de rekenmachine. U kunt bijvoorbeeld γ
(gamma) in plaats van ν gebruiken. De letter γ is beschikbaar via de
toetsencombinatie (‚±).
Als u bijvoorbeeld de waarde van x voor een normale verdeling wilt krijgen,
2
met µ = 10, σ
= 2 en p = 0.25, slaat u de vergelijking
'p=1-UTPN(µ,σ2,x)' op de in variabele EQ (linkerafbeelding). Start
daarna de numerieke solver om het invoervenster in de rechterafbeelding te
krijgen:
De volgende stap is het invoeren van de waarden µ, σ
van x:
2
) en F-verdelingen, die worden
p = 1 – UTPN(µ,σ2,x)
p = 1 – UTPT(ν,t)
p = 1 – UTPF(νN,νD,F)
2
is, wat de
2
en p en het oplossen
Blz. 17-17