Vervolgens slaat u de bewerkte uitdrukking op in variabele @@@G@@@:
Het evalueren van G(L1,L2) geeft nu het volgende resultaat:
Als alternatief, kunt u de functie definiëren met ADD in plaats van met het
plusteken (+), d.w.z. gebruik DEFINE('G(X,Y)=(X ADD 3)*Y') :
U kunt de functie ook als G(X,Y) = (X--3)*Y definiëren.
Toepassingen van lijsten
Deze paragraaf toont enkele toepassingen van lijsten voor de berekeningen
van statistieken van een monster. Onder monster verstaan we een lijst van
waarden van bijv. {s
, s
, ..., s
}. Stel dat het monster de volgende lijst is
1
2
n
{1, 5, 3, 1, 2, 1, 3, 4, 2, 1}
die u opslaat in een variabele genaamd S (Het onderstaande beeldscherm
toont deze handeling in de ALG-modus, alhoewel de bewerking in de RPN-
modus er zeer sterk op lijkt. Denkt u er wel om dat in de RPN-modus u de
functieargumenten in het stapelgeheugen plaatst voordat u de functie
activeert):
Blz. 8-16