De functie SOLVE:
De functie SOLVE heeft dezelfde syntaxis als de functie ISOL behalve dat
SOLVE ook gebruikt kan worden om een set polynoomvergelijkingen op te
lossen. Hieronder wordt de helptekst voor de functie SOLVE weergegeven met
de oplossing voor de vergelijking X^4 – 1 = 3 :
De volgende voorbeelden tonen het gebruik van de functie SOLVE in de ALG-
modus en de RPN-modus:
Het bovenstaande beeldscherm laat twee oplossingen zien. In de eerste, β
4
-5β
=125, produceert SOLVE geen oplossingen { }. In de tweede, β
4
- 5β = 6,
produceert SOLVE vier oplossingen in de laatste uitvoerregel. De allerlaatste
oplossing is niet zichtbaar omdat het resultaat meer tekens bevat dan de
breedte van het beeldscherm van de rekenmachine. U kunt echter alle
oplossingen bekijken metde pijltoets omlaag, (˜), die de regeleditor
activeert (deze bewerking kan gebruikt worden voor toegang tot elke
uitvoerregel die langer is dan de breedte van het beeldscherm van de
rekenmachine):
Blz. 6-3