6. Onderhoud en reparatie
6. Onderhoud en reparatie
Voer elke visuele inspectie of inspectie van de werkomstandigheden uit, met inachtneming van alle
veiligheidsinstructies in deze handleiding.
Voer alle onderhouds-, inspectie-, kalibratie- en reparatiewerkzaamheden uit in overeenstemming
met de nieuwste versie van de Servicehandleiding op de ondersteuningswebsite:
http://www.universal-robots.com/support.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door Universal Robots of bevoegde
systeemintegrators. Door de klant aangewezen, getrainde personen kunnen ook reparaties
uitvoeren, mits zij zich houden aan het inspectieplan beschreven in de Servicehandleiding. Zie
hoofdstuk 5 van de Servicehandleiding voor het volledige inspectieplan voor getrainde personen
Alle naar Universal Robots geretourneerde onderdelen dienen geretourneerd te worden conform de
voorwaarden in de Servicehandleiding.
6.1. Veiligheidsinstructies
Na onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, moeten controles gedaan worden om te zorgen dat
het juiste beveiligingsniveau behouden blijft. Controles moeten voldoen aan geldende nationale of
regionale voorschriften inzake arbeidsveiligheid. De juiste werking van alle veiligheidsfuncties dient
ook getest te worden.
Het doel van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden is zorgen dat het systeem operationeel blijft
of, in het geval van een fout, het systeem terug te brengen naar een operationele staat.
Reparatiewerkzaamheden omvatten het opsporen van problemen en de daadwerkelijke reparatie.
Bij het werken met de robotarm of regelkast dient u rekening te houden met onderstaande
procedures en waarschuwingen.
WAARSCHUWING
1. Wijzig niets in de veiligheidsconfiguratie van de software (bijv. de
krachtlimiet). De veiligheidsconfiguratie wordt beschreven in de PolyScope-
handleiding. Als een veiligheidsinstelling gewijzigd wordt, wordt het volledige
robotsysteem beschouwd als nieuw, wat betekent dat de algemene
veiligheidsgoedkeuringsprocessen, waaronder risicobeoordeling,
dienovereenkomstig bijgewerkt dienen te worden.
2. Vervang defecte onderdelen met nieuwe onderdelen met dezelfde
artikelnummers of vergelijkbare onderdelen die door Universal Robots zijn
goedgekeurd voor dit doel.
3. Schakel alle gedeactiveerde veiligheidsmaatregelen direct nadat de
werkzaamheden voltooid zijn, weer in.
4. Leg alle reparaties vast en bewaar deze documentatie in het technische
bestand dat gekoppeld is aan het volledige robotsysteem.
Gebruikershandleiding
55
UR16e