Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Universal Robots e Series Gebruikershandleiding pagina 217

Verberg thumbnails Zie ook voor e Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

24. Tab Programma
van elk item blijven dezelfde oriëntatie en richting houden, ongeacht de oriëntatie van de
verschillende items.
1. Tik op de node Bij elk item in de programmastructuur.
2. Tik op Volgende in het scherm Bij elk item.
3. Tik op de knop Hierheen bewegen. Houd vervolgens de knop Auto ingedrukt of gebruik de
knop Handmatig om de robot naar het Referentiepunt te bewegen. Tik op de knop Doorgaan.
Tik op Volgende.
4. Tik op Waypoint instellen om het Naderingswaypoint te programmeren (zie
Bewegen op pagina
5. Herhaal stap 3.
6. Tik op Waypoint instellen om het Verlatingswaypoint te programmeren (zie
Bewegen op pagina
7. Tik op Voltooien.
8. U kunt nu grijperactienodes toevoegen in de map Gereedschapactie in de
programmastructuur.
GereedschapActiePunt
Naderen
Gereedschapactie
Gebruikershandleiding
173). Tik op Volgende.
173). Tik op Volgende.
Gereedschapactiepunt-waypoint: De locatie en positie waar u wilt dat
de robot is bij het uitvoeren van een actie voor elk object in een laag.
Het Gereedschapactiepunt-waypoint is standaard het Referentiepunt,
maar het kan worden aangepast in de programmastructuur door op de
Gereedschapactiepunt-waypointnode te tikken. Wanneer de wizard
wordt gebruikt, is het Referentiepunt de eerste positie in de eerste
gedefinieerde laag op de pallet. Het Referentiepunt wordt gebruikt om
de robot het Naderingswaypoint, Gereedschapactiepunt-waypoint: en
Verlatingswaypoint te leren voor elk object in een laag.
Naderingswaypoint: De botsingsvrije positie en richting die u wilt dat
de robot aanhoudt bij het naderen van een object in een laag.
Gereedschapactie: De actie die u wilt dat de robot uitvoert voor elk
object.
203
24.11.1.
24.11.1.
UR16e

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ur16e

Inhoudsopgave