Standaard veiligheidsconfiguratie
De robot wordt verzonden met een standaardconfiguratie die operatie mogelijk maakt zonder extra
veiligheidsuitrusting, zie onderstaande afbeelding.
Aansluiten noodstopknoppen
Bij de meeste toepassingen moeten een of meer externe noodstopknoppen worden gebruikt. De
afbeelding hieronder laat zien hoe een of meer noodstopknoppen kunnen worden aangesloten.
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
De noodstop delen met andere machines
U kunt een gedeelde noodstopfunctie tussen de robot en andere machines instellen door de
volgende I/O-functies te configureren via de GUI. De noodstopingang van de robot kan niet worden
gebruikt voor delingsdoeleinden. Indien meer dan twee UR-robots of andere machines moeten
worden aangesloten, is een PLC nodig om de noodstopsignalen te sturen.
• Configureerbaar ingangspaar: externe noodstop.
• Configureerbaar uitgangspaar: systeemnoodstop.
De afbeelding hieronder laat zien hoe twee UR-robots hun noodstopfuncties delen. In dit voorbeeld
zijn de geconfigureerde I/Os die worden gebruikt CI0-CI1 en CO0-CO1.
UR16e
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
Safety
24V
EI0
24V
EI1
24V
SI0
24V
SI1
38
5. Elektrische interface
Gebruikershandleiding