25. Installatietabblad
25.14.1. Definiëren van een transportband
1. Tik in de kop op Installatie.
2. Selecteer Traceren transportband onder Algemeen.
3. Selecteer onder Instellen traceren transportband Transportband 1 of Transportband 2 in het
vervolgkeuzemenu.
U kunt slechts één transportband tegelijkertijd definiëren.
4. Selecteer Traceren transportband inschakelen
5. Configureer Transportbandparameters
en Traceerparameters
25.14.2. Parameters transportband
Incrementeel
encoders kunnen op digitale ingangen 8 t/m 11. Decodering van digitale signalen loopt op
40kHz. Met behulp van een Quadrature-encoder (waarvoor twee ingangen nodig zijn), kan de
robot de snelheid en richting van de transportband bepalen. Als de richting van de transportband
constant is, kan een enkele ingang worden gebruikt om Stijging , Daling of Stijgen en Dalen van
de randen te detecteren die de snelheid van de transportband bepalen.
Absoluut
encoders kunnen worden aangesloten via een MODBUS-signaal. Dit vereist een digitaal
MODBUS-uitgangsregister dat is voorgeconfigureerd in
MODBUS-client op pagina
25.14.3. Traceerparameters
Lineaire transportbanden
Wanneer een lineaire transportband is geselecteerd, moet een lijnelement worden
geconfigureerd in het onderdeel Elementen van de installatie om de richting van de
transportband te bepalen. Zorg voor nauwkeurigheid door het lijnelement parallel aan de richting
van de transportband te plaatsen, met een grote afstand tussen de twee punten die het
lijnelement definiëren. Configureer het lijnelement door het gereedschap stevig tegen de zijkant
van de transportband te plaatsen tijdens het programmeren van de twee punten. Als de richting
van het lijnelement tegenovergesteld is aan de beweging van de transportband, gebruikt u de
knop Omgekeerde richting. Het veld Ticks per meter toont het aantal ticks dat de encoder
genereert wanneer de transportband één meter beweegt.
Circulaire transportbanden
Tijdens tracering van een circulaire transportband moet het middelpunt van de transportband
worden bepaald.
1. Definieer het middelpunt in het onderdeel Elementen van de installatie. De waarde van
Ticks per omwenteling moet het aantal ticks zijn wanneer de encoder een volledige
omwenteling maakt.
Gebruikershandleiding
(paragraaf 25.14.2. Parameters
(paragraaf 25.14.3.
Traceerparameters onder).
257.
243
transportband onder)
paragraaf 25.19. I/O-instellingen
UR16e