de veiligheidsvlakken configureert, moet u een element definiëren in de robotinstallatie
I/O-instellingen op pagina
gekopieerd en geconfigureerd.
WAARSCHUWING
Het definiëren van veiligheidsvlakken beperkt alleen de bollen en elleboog van het
gereedschap, niet de algemene limiet voor de robotarm. Dit betekent dat de
specificatie van een veiligheidsvlak niet garandeert dat andere delen van de
robotarm zich ook aan deze beperking houden.
22.11.1. Modi
U kunt elk vlak met beperkende Modi configureren aan de hand van onderstaande pictogrammen.
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Normaal
Normaal
Verminderd
Verminderd
Normaal en verminderd
Normaal &Verminderd
Trigger verminderde modus
Trigger verminderde modus
Tonen
Tonen
Verwijderen
Verwijdert het aangemaakte veiligheidsvlak. Dit kan niet ongedaan worden gemaakt of opnieuw
worden uitgevoerd. Als een vlak per vergissing wordt verwijderd, moet het opnieuw worden
aangemaakt.
Hernoemen
Hernoemen
22.11.2. Veiligheidsvlakken configureren
1. Tik in de PolyScope-kop op Installatie.
2. Tik in het zijmenu links op het scherm op Veiligheid en selecteer Vlakken.
3. Tik rechtsboven in het scherm in het veld Vlakken op Vlak toevoegen.
4. Stel rechts onderin het scherm, in het veld Eigenschappen de Naam, Element kopiëren en
Beperkingen in.
UR16e
233). Het element kan vervolgens in het scherm veiligheidsvlak worden
144
22. Veiligheidsconfiguratie
(zie 25.5.
Gebruikershandleiding