25. Installatietabblad
1. Tik op Meten.
2. Kies een vast punt in het werkbereik van de robot.
3. Gebruik de positiepijlen aan de rechterzijde van het scherm om het TCP vanuit ten minste drie
verschillende hoeken te bewegen en om de bijbehorende posities van de
gereedschapsuitgangsflens op te slaan.
4. Gebruik de knop Instellen om de geverifieerde coördinaten op het juiste TCP toe te passen.
De posities moeten voldoende divers zijn opdat de berekening correct werkt. Als ze niet
voldoende divers zijn, wordt het ledlampje boven de knoppen rood.
Ook al zijn drie posities voldoende om het TCP te bepalen, kan een vierde positie gebruikt worden
om verder te controleren of de berekening correct is. De kwaliteit van elk opgeslagen punt ten
opzichte van het berekende TCP wordt in een groene, gele of rode led op de bijbehorende knop
weergegeven.
25.2.5. TCP-oriëntatie leren
1. Tik op Meten.
2. Selecteer een functie van de afrollijst.
informatie over het definiëren van nieuwe elementen
3. Tik op Punt instellen en gebruik de Pijlen gereedschap bewegen op een positie waar de
oriëntatie van het gereedschap en de bijbehorende TCP samenvallen met het
coördinatenstelsel van het geselecteerde element.
4. Controleer de berekende TCP-oriëntatie en pas het toe op het geselecteerde TCP door te
tikken op Instellen.
Gebruikershandleiding
Zie 25.17. Elementen op pagina 247
229
voor meer
UR16e