Twee voorbeelden hoe analoge ingangen te gebruiken worden in de volgende paragrafen getoond.
LET OP
1. Analoge ingangen zijn niet beschermd tegen overspanning in de
stroommodus. Overschrijden van de limiet in de elektrische specificatie kan
permanente schade aan de ingang veroorzaken.
Gebruik van analoge gereedschapsingangen, niet-differentieel
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een niet-differentiële uitgang. De sensor kan
een stroom- of spanningsuitgang hebben, zolang de ingangsmodus van de analoge ingang
hetzelfde is ingesteld op het I/O-tabblad.
Opmerking: u kunt controleren of een sensor met spanningsuitgang de interne weerstand van het
gereedschap kan overbruggen, anders kan de meting ongeldig zijn.
Gebruik van analoge gereedschapsingangen, differentieel
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een differentiële uitgang. Aansluiten van het
negatieve uitgangsdeel op GND (0V) werkt op dezelfde manier als een niet-differentiële sensor.
5.8.7. Gereedschapscommunicatie-I/O
• Signaalverzoeken De RS485-signalen maken gebruik van interne fail-safe biasing. Wanneer
de aangesloten apparatuur deze fail-safe niet ondersteunt, moet signaalbiasing worden
gedaan in het aangesloten gereedschap of extern worden toegevoegd door het toevoegen
van pull-upweerstanden aan RS485+ en pull-downweerstanden aan RS485-.
• Latentie De latentie van via de gereedschapsaansluiting verstuurde berichten varieert van 2
tot 4 ms, vanaf het moment dat het bericht is geschreven op de pc tot de start van het bericht
op de RS485. Een buffer slaat naar de gereedschapsconnector verzonden gegevens op
totdat de lijn inactief wordt. Wanneer 1000 bytes aan gegevens is ontvangen, wordt het
bericht op het apparaat geschreven.
UR16e
POWER
AI2
AI8
GND
POWER
AI8
AI2
GND
52
5. Elektrische interface
Gebruikershandleiding