Pagina 4
8.1.2. Gebruik van IMMI-I/O in reguliere programmanodes 9. Gebruik van de robot zonder IMM 9.1. Aansluiten van de omloopstekker 10. Specificaties 10.1. Elektrische specificaties 11. Copyright en disclaimers 12. Naleving 12.1. EUROMAP 67 12.2. Verpakkingsmaterialen 12.3. Kwaliteitscertificaat 12.4. Veiligheidscertificaat 12.5. TÜV NORD e-Series spuitgietmachine-interface Installatiehandleiding (IMMI)
2. Veiligheid 2. Veiligheid 2.1. Soorten veiligheidsmededelingen Veiligheidsmededelingen in dit document bevatten informatie die u helpt letsel of schade aan apparatuur te voorkomen. Dit document bevat de volgende soorten veiligheidsmededelingen. WAARSCHUWING Deze veiligheidsmededeling geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt vermeden, tot overlijden of ernstig letsel kan leiden.
• Controleer dat de aarding juist is. (missing or bad snippet) WAARSCHUWING Dit product bevat de e-Series-robot van Universal Robots. Algemene veiligheidsoverwegingen die gelden voor de e-Series-robot van Universal Robots gelden ook voor dit product. Als u de robot niet gebruikt zoals beschreven in de gebruikershandleiding, kan dat tot letsel bij personeel leiden.
Pagina 8
2. Veiligheid WAARSCHUWING Het ontbreken van bescherming in het spuitgietgebied om toegang te verhinderen, of om aanwezigheid in het spuitgietgebied te detecteren, kan leiden tot letsel bij personeel of schade aan apparatuur. • Op basis van de risicobeoordeling kunnen beveiligingen nodig zijn voor risico's die verband houden met het spuitgietgebied en met de toepassing van de UR-robot.
2. Veiligheid 2.3.1. Noodstop De robot en de IMM sturen noodstopveiligheidssignalen naar elkaar via de IMMI. Wanneer een UR- noodstop wordt geactiveerd, stopt de robot en stuurt de IMMI een stopsignaal naar de IMM. WAARSCHUWING Controleer dat alle noodstops de gehele toepassing stoppen voordat de toepassing wordt gebruikt.
Pagina 10
2. Veiligheid Veiligheidsfunctie 1 Noodstop: bidirectioneel Naam Noodstop. Type UR-robot: stop categorie 1 overeenkomstig IEC 60204-1. IMM: zie IMM-documentatie. Activerende UR-robot: noodstopdrukknop is ingedrukt; stop geactiveerd door IMM. IMM: zie IMM-documentatie. gebeurtenis Reactie UR-robot: stop categorie 1 overeenkomstig IEC 60204-1. IMM: zie IMM-documentatie. Veilige staat UR-robot: de aandrijfstroom naar de robot is uitgeschakeld;...
De e-Series spuitgietmachine-interface (IMMI)-toepassing bestaat uit de volgende onderdelen: • Spuitgietmachine overeenkomstig EUROMAP 67 / SPI AN-146. • Universal Robots e-Series robot, bestaande uit een samenwerkende robotarm en een uR e- Series regelkast (met Rev.F2 veiligheidsregelbord). • e-Series IMMI-module, inclusief de IMMI-module en een IMMI-kabel.
3. Productbeschrijving 3.3. Vereisten Het serienummer van de regelkast moet nieuwer zijn dan 2020020161. De hardwarerevisie van de elektronica van het veiligheidsregelbord is Rev.F2. OPMERKING Installatie van een e-Series spuitgietmachine-interface (IMMI) in een regelkast met een serienummer lager dan 2020020161 kan leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
Pagina 13
3. Productbeschrijving Veiligheidsregelbord Het serienummer van het veiligheidsregelbord bevindt zich aan de achterzijde van het veiligheidsregelbord. U moet de regelkasthouder verwijderen voor toegang tot de Rev. F2 veiligheidsregelbord (F2 = RM). OPMERKING Zie voor meer informatie over het vervangen van het veiligheidsregelbord het hoofdstuk Regelkast in de servicehandleiding, beschikbaar op de ondersteuningswebsite: •...
4. Lichtgordijn spuitgietgebied vrij (MAF) 4. Lichtgordijn spuitgietgebied vrij (MAF) Dit hoofdstuk beschrijft het EUROMAP-gebruik van een MAF-lichtgordijn (spuitgietgebied vrij). WAARSCHUWING De MAF-signalen (spuitgietgebied vrij) van de IMMI zijn niet bedoeld voor beveiliging van personeel. • Pas beveiliging toe als het risico bestaat dat personeel in de matrijs reikt. •...
5. Hardware-installatie 5. Hardware-installatie Dit hoofdstuk beschrijft het installeren van de IMMI-modulehardware. Voor informatie over het configureren van de IMMI-modulesoftware, zie 6. Software-installatie op pagina 5.1. Benodigde zaken U heeft de volgende zaken nodig voor het installeren van de IMMI-module: • 1 M6-moer • 1 M6-ring •...
5. Hardware-installatie 3. Positioneer de IMMI-module zo dat alle poorten bovenaan zijn en gebruik de schroeven en borgringen van de afdekplaat van de regelkast om de module te bevestigen vanaf de binnenzijde van de regelkast. OPMERKING Draai de plaatschroeven van de regelkast aan tot 1,5 Nm om materiële schade te voorkomen.
5. Hardware-installatie Aansluitpoort UITBREIDINGSBUS lintkabel aardaansluiting OPMERKING Onjuist aansluiten van de lintkabel kan tot schade aan eigendommen leiden. • Zorg dat de lintkabel uitgelijnd is met de bovenzijde van de UITBREIDINGSBUS-aansluitpoort. 5.4. Aansluiten van de IMM Aansluiten van de IMM 1. Sluit de IMM-stekker aan op de IMMI-module en bevestig de veiligheidsklemmen op hun plaats.
6. Software-installatie 6. Software-installatie Dit hoofdstuk beschrijft het configureren van de IMMI-modulesoftware. Voor informatie over het installeren van de IMMI-modulehardware, zie 5. Hardware-installatie op pagina 6.1. Configureren van de IMMI-modulesoftware Configureren van de IMMI-modulesoftware 1. Tik in PolyScope in de kop op Installatie en selecteer Veiligheid. 2.
6. Software-installatie 6.2. Verwijderen van de IMMI-module Deïnstalleren van de IMMI-module 1. Gebruik in PolyScope uw wachtwoord om het scherm Beschikbare hardware selecteren te openen. 2. Selecteer Geen in de vervolgkeuzelijst Interface spuitgietmachine. 3. Tik op Toepassen om het systeem opnieuw te starten. PolyScope blijft lopen. 4.
7. Programmeren van de IMMI-module 7. Programmeren van de IMMI-module Deze paragraaf beschrijft de functionaliteit van de programmastructuur en hoe u programmamastructuren opbouwt met behulp van de nodes van de IMMI. 7.1. Programmastructuur Programmastructuren zijn nodes ingevoerd in programma's om voor een juiste en veilige interactie met de IMM te zorgen.
7. Programmeren van de IMMI-module Stappenset Actie Uitgang De aangegeven uitgang wordt ingesteld op hoog of laag. instellen Hiermee kan het programma wachten tot een beweging is voltooid voordat het Wachten tot programma wordt hervat. 7.2. Een programmastructuur maken Opbouwen van een programmastructuur 1.
7. Programmeren van de IMMI-module De volgende subparagrafen illustreren en beschrijven elke programmastructuurnode. 7.2.1. Programmastructuurnodes U kunt de stappensets van elke node configureren door de selectievakjes te gebruiken om afzonderlijke stappen in of uit te schakelen. • Opstartcontrole: bedoeld voor eenmalig gebruik aan het begin van een robotprogramma. Deze node zorgt ervoor dat de robot en de machine juist zijn ingesteld voordat het spuitgieten begint.
Pagina 23
7. Programmeren van de IMMI-module • Wachten op object: bedoeld om de robot te laten wachten totdat een object gereed is in de IMM. e-Series spuitgietmachine-interface Installatiehandleiding (IMMI)
Pagina 24
7. Programmeren van de IMMI-module • Uitstoter naar achteren: hiermee kan de uitstoter naar zijn achterste positie worden bewogen. • Uitstoter naar voren: hiermee kan de uitstoter worden bewogen om een object uit de mal te verwijderen. Dient te worden gebruikt wanneer de robot klaar staat voor het pakken van het object.
Pagina 25
7. Programmeren van de IMMI-module • Kerntrekkers in: hiermee kunnen de kerntrekkers naar positie 1 worden bewogen. De gebruikte kerntrekkers worden geselecteerd in het vervolgkeuzemenu. • Kerntrekkers uit: hiermee kunnen de kerntrekkers naar positie 2 worden bewogen. De gebruikte kerntrekkers worden geselecteerd in het vervolgkeuzemenu. e-Series spuitgietmachine-interface Installatiehandleiding (IMMI)
Pagina 26
7. Programmeren van de IMMI-module • Vrij voor spuitgieten: signaleert de IMM dat deze een spuitgietoperatie kan starten. Wanneer dit signaal wordt geactiveerd, moet de robot buiten de IMM worden geplaatst. • Sjabloon: gebruikt een voorgedefinieerde programmastructuur om eenvoudige interactie met de IMM uit te voeren.
7. Programmeren van de IMMI-module 7.2.2. Gebruik van het IMMI-sjabloon Gebruik van het IMMI-sjabloon 1. Tik in PolyScope in de kop op Programma en selecteer IMMI. 2. Selecteer Sajbloon om het programmascherm weer te geven met het sjabloon geladen. De sjabloonstructuur wordt links in het scherm weergegeven, zoals hieronder is afgebeeld. 3.
8. IMMI-I/O in reguliere programmanodes 8. IMMI-I/O in reguliere programmanodes Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van IMMI-ingangen en -uitgangen in reguliere programmanodes. 8.1. Gebruik van het IMMI-I/O-overzicht Het IMMI-I/O-scherm bevat indicatoren voor ingangssignalen en opties voor het regelen van uitgangssignalen. De opties voor het regelen van de uitgangssignalen zijn standaard alleen beschikbaar in de robotprogrammeermodus.
8. IMMI-I/O in reguliere programmanodes • Fabrikantspecifiek: deze signalen zijn optioneel, maar kunnen door de IMM-fabrikant naar behoefte worden gebruikt voor specifieke doeleinden. • Veiligheid In de robotkolom kan de Noodstop-indicator niet vanuit dit scherm worden bediend. Deze geeft slechts aan dat de robot is noodgestopt. Het noodstopsignaal van de machine geeft aan of de IMM met een noodstop wordt gestopt.
Pagina 30
8. IMMI-I/O in reguliere programmanodes • Digitale uitgang instellen: kies uit een lijst van uitgangen van robot naar IMM. • Instellen: selecteer uitgangen en gebruik expressies. • Eén puls instellen: selecteer uitgangen en definieer de pulsduur. Expressie U kunt de Expressie-editor openen vanuit meerdere nodes. 1.
9. Gebruik van de robot zonder IMM 9. Gebruik van de robot zonder IMM Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van een met IMMI geconfigureerde robot zonder de IMM. Het afkoppelen van de IMM van de IMMI-module activeert eventuele noodstops, wat de robot onbruikbaar maakt.
10. Specificaties 10. Specificaties 10.1. Elektrische specificaties MAF, niet gerelateerd aan veiligheid Parameter Min. Type Max. Eenheid 24 V spanningstolerantie -10% – Beschikbare stroom van 24 V voeding – – Overbelastingsbeveiliging – – MAF spanning ingang hoog* – – MAF spanning ingang laag* –...
Pagina 33
10. Specificaties Parameter Min. Type Max. Eenheid Spanning ingang hoog* – – Spanning ingang laag* – – *Ten opzichte van aarde (GND) van de IMMI. Digitale uitgangen, niet gerelateerd aan veiligheid De digitale uitgangen zijn van het type pnp en zijn galvanisch verbonden met de regelkast. De galvanische isolatie tussen de potentiaal van de IMM en de robot voldoet aan IEC 60664-1, vervuilingsgraad 2, overspanningscategorie II.
Universal Robots wijst hierbij alle aansprakelijkheid af met betrekking tot de IMM en zijn signaal naar de IMMI, met inbegrip van stopsignalen en zijn behandeling van stopsignalen van Universal Robots, aangezien Universal Robots geen kennis heeft of de IMM is ontwikkeld in overeenstemming met de voornoemde industrierichtlijnen.
UR-testprocessen worden voortdurend geëvalueerd en verbeterd. 12.4. Veiligheidscertificaat De Injection Molding Machine Interface (IMMI) module (stopfunctie en I/O) van Universal Robots is goedgekeurd door TÜV NORD, een aangemelde instantie volgens machinerichtlijn 2006/42/EG in de EU.