LET OP
Onjuiste aansluiting van de robot kan resulteren in stroomuitval op de robotarm.
• Koppel de robotkabel niet los wanneer de robotarm is ingeschakeld.
• Verleng of wijzig de originele robotkabel niet.
2.4.7. Robotaansluiting: basisflenskabel
Deze paragraaf beschrijft het aansluiten van een robotarm met een basisflenskabelaansluiting. Voor
informatie over het aansluiten van een robotarm met een vaste robotkabel van 6 meter, zie
Robotaansluiting: robotkabel op de vorige
Aansluiting basisflenskabel
Breng de robotaansluiting tot stand door de robotarm te verbinden met de regelkast met behulp van
de robotkabel. De robotkabel wordt verbonden met de aansluiting van de basisflenskabel en de
aansluiting van de regelkast.
U kunt elke aansluiting vergrendelen nadat de robotaansluiting tot stand is gebracht.
LET OP
De maximale robotverbinding van de robotarm met de regelkast is 12 m. Onjuiste
aansluiting van de robot kan resulteren in stroomuitval op de robotarm.
• Verleng een robotkabel van 6 m niet.
MEDEDELING
Rechtstreekse aansluiting van de basisflenskabel op een regelkast kan schade aan
apparatuur of eigendommen veroorzaken.
• Sluit de basisflenskabel niet rechtstreeks aan op de regelkast.
2.4.8. Tool I/O
Aangrenzend aan de gereedschapsflens op pols 3 bevindt zich een aansluiting met acht pennen die
vermogens- en regelsignalen levert voor verschillende grijpers en sensoren die bevestigd kunnen
worden op de robot. De Lumberg RKMV 8-354 is een geschikte industriële kabel. De acht draden
van de kabel hebben verschillende kleuren die verschillende functies vertegenwoordigen.
Deze aansluiting levert vermogens- en regelsignalen voor grijpers en sensoren die worden gebruikt
op een specifiek robotgereedschap. De hieronder vermelde industriële kabel is geschikt:
• Lumberg RKMV 8-354.
Gebruikershandleiding
pagina.
56
2.4.6.
UR3e